CD Recensies

PROKOFIEV: VIOOLSONATE NR.1; MELODIEËN; BALLETSUITES ASSEPOESTER, ROMEO EN JULIA, OSHIMA

Prokofiev: Vioolsonate nr. 1 in f op. 80; Melodieën op. 35b nr. 1-5; 5 stukken uit Assepoester op. 57; Suite uit Romeo en Julia op. 64. Lisa Oshima en Stefan Stroissnig. Quartz QTZ 2119 (70’21”). 2016

 

Net zoals de beide vioolconcerten van Prokofiev een heel verschillend karakter hebben, is dat het geval met zijn twee vioolsonates. De componist bedacht de eerste in 1938, maar maakte er weinig vordering mee nadat het jaar daarop W.O. II uitbrak. Pas na die oorlog voltooide hij het werk, dat 23 oktober 1946 voor het eerst door Oistrakh en Oborin werd gespeeld.

Het duistere eerste deel is in de radicaalste stijl van de componist geschreven en wordt gevolgd door een krachtig, scherzo’achtig allegro brusco.

Het langzame deel is een van Prokofievs meest beklijvende. De rondo finale doorloopt nog een keer alle voorgaande sferen, inclusief een herhaling van het pianissimo fragment uit het eerste deel, dat – zoals de componist tegen Oistrakh zei – ‘moest klinken als de wind op een begraafplaats’. Al met al gaat het om een vrij grimmig werk. 

Van Oistrakh is bekend dat hij deze sonate beschouwde als het opmerkelijkste werk uit zijn loopbaan. Hij speelde de beide hoekdelen tijdens Prokofievs begrafenis in maart 1953.

De laatsten die daar een werkelijk angstaanjagend intense uitvoering van gaven, waren Alina Ibragimova en Stephen Osborne (Hyperion CDA 67514).

Anders, maar ook intens en angstaanjagend, intens en heel doorleefd met haast tastbare verbittering speelt ook Lisa Oshima het werk, in dezelfde stemming begeleid door Stefan Stroissnig.

De rest van het programma is als een pleister of de door de sonate veroorzaakte wonden. De tere, overpeinzende vijf Miniaturen verlichten de spanning en tonen aan dat Oshima ook mildere tonen op haar palet heeft. Afwisselender wordt die sfeer voortgezet in de beide balletsuites in aardige bewerkingen door respectievelijk Mikhail Fichtenholz en het duo Lidia Baich en Matthias Fichtenberger.  De connectie met wat op het toneel gebeurt, is in de vertolkingen mooi gevolgd.

Uit Assepoester horen we de ‘wals’, ‘gavotte’, ‘passepied’, ‘winter spel’ en ‘mazurka’; uit Romeo en Julia de ‘inleiding’, ‘Julia’, ridderdans’, ‘balkonscène’, ‘dans der paren’, ‘Mercutio’, ‘Strijd en Tybalt’s dood’.