Poulenc: Les mamelles de Tirésias FP. 125. Renate Arends (s., Thérèse, Tirsias), Bernard Loonen (t., Le mari), Mattijs van de Woerd (b., Le policier), Hans Pieter Herman (b., Le directeur), Maaike Beekman (ms., la marchande de journeaux) e.a. met Opera Trionfo en het Nieuw Ensemble o.l.v. Ed Spanjaard. Brilliant Classics 8951 (59’43”). 2001
Poulencs opmerkelijke absurdistische komische opera De prammen van Tiresias – zijn soort van Così van tutte – werd in de donkerste dagen van W.O. II geschreven en de succesvolle première van het werk in de Parijse Opéra comique gaf het publiek precies waar het toen behoefte aan had.
Het door de componist zelf geschreven libretto gaat terug tot een surrealistisch poème fantastique uit 1903 van Apollinaire. Dat handelt over de blinde ziener Tiresias wiens wens om vrouw te worden vervuld wordt om te ervaren wat het leven (en seks) is in beide gedaantes.
Apollinaire keert de volgorde om en maakt van de oude Tiresias de moderne feministe Thérèse die liever strijd dan babies wenst. Wanneer ze haar bloes opent om haar borsten als rode balonnen hemelwaarts te laten vliegen, kweekt een baard en trekt de wijde wereld in terwijl haar man haar plaats als broedmachine inneemt en produceert 40.049 babies op één dag. Zij staan garant voor succesvolle loopbanen, de een maakt een fortuin als verkoper van gestremde melk, terwijl een ander een bekende schrijver wordt en zo meer.
Poulenc maakt hier een doldwaze farce van met talloze dubbelzinnigheden in een sensueel en fraai vormgegeven geheel. Allerlei emoties passeren de revue: spijt, nostalgie, verlangen en tot slot ook te terugkeer van hoop.
Dat het werk zich afspeelt op een mythisch Zanzibar met eigen arondissementen is hierbij minder belangrijk. Poulenc leverde zo voedsel aan de kreet ‘make love, not war’ die na die oorlog opgeld deed.
In 1953 nam André Cluytens het werk als eerste op met Denise Duval, Marguérite Legouhy, Jean Giraudeau, Émile Rouseau en Robert Jeantet en het Ensemble van de Parijse Opéra comique (EMI 566.843-2, Warner 65565). In 1996 volgde Seiji Ozawa met Barbara Bonney (Philips 456.504-2).
Vijf jaar later ontstond deze Nederlandse productie onder Ed Spanjaard. Daarin wordt gebruik gemaakt van de voor extra transparantie zorgende herorkestratie voor kamerensemble van Bart Visman.
Opera Troionfo biedt jonge Nederlandse operazangers sinds 1998 de mogelijkheid om ervaring op te doen. Met haar soepele, mooie sopraan en de juiste interpretatieve intenties vult Renate Arends de bizarre persoon Thérèse voortreffelijk, dus ook heel geloofwaardig in. Bernard Loonen zingt en speelt heel degelijk en overtuigend de ontredderde echtgenoot. Markant is ook Maaike Beekman als stoere krantenverkoopster.
Het is te hopen dat deze fijne Nederlandse productie minstens zo lang verkrijgbaar is als de oude Franse en de middelbare Amerikaanse. Alleen had er best nog een werk extra op de cd gekund, zoals Le bal masqué bij Ozawa.