CD Recensies

PAGANINI/SCHUMANN: CAPRICES, GARRTETT, PATUZZI

Paganini/Schumann: Caprices nr. 1-23. David Garrett en Bruno Canino. DG 453.489-2 (78’58”). 1996

 

Paganini/Schumann: Caprices nr. 1-23. Maristella en Mario Patuzzi. Dynamic CDS 7774 (79’00). 2016

 

De afgelopen tijd zijn verrassend veel opnamen van de 24 Caprices van Paganini verschenen en besproken: Kinga Augustyn (Toven RR 20016), Francesca Dego (DG 481.0025), James Ehnes (Onyx ONYX 4040) en Julia Fischer (Decca 478.2274), eerder al Midori (Sony SK 44944), daaronder zoals blijkt veel jonge dames. De meeste hiervan zijn ook besproken, tot in een Vergelijkende Discografie toe.

Maar in dit geval is een andere categorie aan de orde. In 1855 voorzag Schumann namelijk de eerste 23 Caprices van een bescheiden pianobegeleiding en vijf jaar later deed Ferdinand David dat nog eens niet zo dunnetjes over.

Ook van die Schumann toevoeging bestonden opnamen van Ingolf Turban en Giovanni Bria (Claves 50-9416) en van Benjamin Schmid en Lisa Smirnova (MDG MDG 333-0674-2). Daarbij kwam de uitgave van Garrett en Canino en begin 2017 die van het Zwitserse broer en zus koppel Patuzzi.

Wanneer we naar de toevoegingen van Schumann luisteren, blijkt iets van het origineel te zijn verloren gegaan, maar daar is ook iets voor in de plaats gekomen. Gelukkig zijn de piano toevoegingen bescheiden, haast discreet en blijven ze op de achtergrond, waar ze wel helpen om Paganini’s harmonieën en structuren verhelderen.

Qua viool inbreng maakte Ingolf Turban destijds diepe, expressieve indruk. Garrett is wat afstandelijker in zijn opvatting, maar vertoont meer verve. Het is zijn jeugdige elan en het is de puike opnamekwaliteit die de doorslag geven om hem voorlopig op de eerste plaats te zetten.

Daaraan verandert ook de Zwitserse inbreng niets, hoewel Maristella Patuzzi een prachtig lichte en heldere viooltoon heeft en steeds de juiste opvatting over de afzonderlijke Caprices. Maar ze spint ze soms nogal breed uit. Soms haast te breed, zoals in nr. 16. Nr. 4, de langste, had vanwege de niet optimale intonatie beter kunnen worden overgedaan en nr. 9 had wat contrastrijker gemogen.

Al met al leveren de Pastuzzi’s best een knappe prestatie, maar ook op muziekgebied is het goede nu eenmaal ondergeschikt aan het betere.