CD Recensies

PROKOFIEV: LUITENANT KIJE SUITE; SYMFONIEËN NR. 1 EN 7, SOKHIEV

Prokofiev: Luitenant Kije suite op. 60; Symfonieën nr. 1 in D op. 25 Klassieke en 7 in cis op. 131. Duits symfonie orkest Berlijn o.l.v. Tugan Sokhiev. Sony 88985-41943-2 (70’17”). 2016/2014

 

Prokofievs Zevende en laatste symfonie uit 1952 wordt vaak beschouwd als het raadselachtige lichtgewicht na he epische avontuur van de Vijfde en de duidelijke tragedie van de Zesde. Het is waar dat door de beruchte showprocessen van 1948, waarmee Stalins rechterhand, Andrei Zhdanov, de Sovjet componisten in het gareel bracht, complexe partituren niet mogelijk waren tot Stalins dood op 5 maart 1952 (tevens Prokofievs sterfdag).

Toch is deze Zevende, geschreven als muziek voor de kinderomroep, niet zo simpel als het lijkt.

Het begindeel is duister en tragisch en hoewel de stemming verbetert dankzij een vlot thema dat zo uit de wereld van zijn balletmuziek Assepoester had kunnen komen, heeft het sprookjesachtige geklingel dat de laatste van de drie ideeën uit dat openingsdeel vormt, iets geheimzinnigs.

Dat komt later terug om de symfonie in een sfeer van weemoedige berusting af te sluiten, hoewel Prokofiev werd overgehaald om als alternatief een toegift in de vorm van een vrolijke galop toe te voegen, zodat hij kon mededingen naar het heel begerenswaardige prijzengeld van Stalin. Of de symfonie daarmee eindigt of met het poëtische oorspronkelijke slot, hangt van de uitvoerende af. Op cd is het logisch om het in elk geval toe te voegen, zoals hier ook gebeurt. 

Net als in de eerdere recente en mooie opnamen van nr. 7 met het alternatieve slot door Kirill Karabits (Onyx ONYX 4137), Andrew Litton (BIS SACD 2134), James Gaffigan (Challenge CC 72714), Valery Gergiev (Mariininsky MAR 0577).

Net als Gergiev in zijn eerste Prokofievcyclus in mei 2004 in het Londense Barbican Centre (Philips 475.7655, 4 cd’s), combineert Sokhiev die beide werelden en zeker die met het stille einde heeft iets intens beschouwelijks. 

Met de oorspronkelijk als filmmuziek bedoelde Lt. Kijesuite uit 1934 betreden we bekender terrein. Van dat werk heeft het nooit aan mooie opnamen ontbroken. Vooral de uitgaven van Abbado (DG 447.419-2), Temirkanov (RCA 82876-62319-2), Ozawa (DG 463.761-2) en Jurowski (CPO 65831) staan in goede herinnering, maar ook deze nieuwe versie mag er wezen. 

Nog talrijker zijn de versies van de Symfonie nr. 1, maar de geestige, ranke, opvatting van Sokhiev, die voor Naïve in Toulouse al een stel mooie opnamen met Russische muziek maakte en die nu bezig is met een Berlijnse Prokofievreeks, begonnen met de eerder besproken Ivan de Verschrikkelijke (Sony 888430-2894-2) en werd voortgezet met de Symfonie nr. 5 samen met de Scythische suite (Sony 88875-18515-2), behoort ook tot de aantrekkelijkste. 

Het is langzamerhand een kwestie geworden dat de gewenste koppeling of de voorkeur voor een bepaalde dirigent het beste de keuze kan bepalen.