Pizzetti: Rondò veneziano; Preludio a un altro giorno; Preludi sinfonici per l’Edipo re di Sofocle nr. 1-3; La pisanella; BBC Schots orkest o.l.v. Osmo Vänskä. Hyperion CDA 67084, CDH 55329 (76’03”). 1998
Pizzetti: Concerto dell’estate; Preludi sinfonici per l’Edipo re di Sofocie; Voorspel Citenneestra ‘Tragedia in un preludeio e due atti’; La festa delle Panatenee. Thessaloniki staats symfonie orkest o.l.v. Myron Michailidis. Naxos 8.572013 (69’15”). 2008
Naast Malipiero en Cassella werd Ildebrando Pizzetti (1880-1968) inn de jaren 1920 en 1930 beschouwd als een der belangrijkste Italiaanse componisten, hoewel zijn reputatie achteraf schade opliep door zijn ondersteuning van het fascisme. Dat laatste is wat merkwaardig wanneer men weet dat de componist met zijn lyrische temperament juist sterk doordrongen was van humanisme, ook al had dat soms melancholieke trekken. Hij schreef veel, nu vergeten, opera’s, maar ook orkestwerken en kamermuziek.
Aan de hand van dit tweetal cd’s kunnen we een goede indruk krijgen van wat essentiële orkestwerken van Pizzetti. Het Rondo veneziano blijkt een briljant georkestreerde soort eendelige danssuite te zijn. Het stuk begint wat somber, maar wordt dan steeds levendiger.
Preludio a un altro giorno is een laat werk in laatromantische stijl, Het klinkt heel serieus, zelfs tragisch, maar ook indrukwekkend. De drie Symfonische preludes l’Edipo Re di Sofocle waren bedoeld als tussenspelen bij het stuk van Sophocles. Hun dramatische inslag treft.
De Suite La pisanella behoort tot Pizetti’s bekendste composities. De vijf delen waren bestemd als toneelmuziek bij d’Annunzio’s toneelstuk; ze hebben een vrij pastoraal, maar ook heel kleurig karakter. Voor de vertolkingen door Osmo Vänskä past gelukkig slechts de grootste lof.
Ook redelijk bekend is het Concerto d’estate uit 1929, een soort concert voor orkest dat zich in een wat lome sfeer ontwikkelt, zeker in de wat zwaar aangezette visie van Michailidis (Gardelli, Decca 476.9766 was hier wat vlotter). Ook in de drie Preludi bij Sophocles blijft de Griek wat achter bij Vänskä, maar in het eerste voorspel van Clittenestra (Pizzetti’s laatste opera) en La festa delle Panatenee laat Michailidis zich ineens van een assertiever kant horen en overtuigt hij heel goed.