Prokofiev: Vioolconcert nr. 2 in g op. 63; Solovioolsonate in D op.115; Melodieën (of liederen) zonder woorden op. 35 bis nr. 1-5; ‘Mars’ uit De liefde der drie sinaasappelen (bew. Heifetz) ‘Andante’ uit Pianosonate nr. 4 (orkestratie Prokofiev). Met resp. Symfonie orkest St. Gallen o.l.v. Otto Tausk en Julien Quentin (p). Channel Classics CCS 39517 (65’23”). 2016
Wie een musicienne als Rosanne Philippens kent sinds haar middelbare schooltijd, de periode periode bij Coosje Wijzenbeeks Fancy Fiddlers en haar Haagse conservatoriumtijd, kent bij het volgen van haar weg naar een internationale status onderhevig aan tal van gevoelens met als belangrijkste ver- en bewondering.
Welwijselijk kiest ze voor haar cd programma’ niet de meest voor de hand liggende werken; tot nu toe richtte ze zich op Szymanovski, Ravel, Ysaÿe, Bartók en nu is Prokofiev aan de beurt in een gemengd programma met een concert, en de weinig opgenomen Liederen zonder woorden die ik alleen kende van Oistrakh en Bauer (Philips 420.777-2) en Kremer en Argerich (DG 431.803-2). Gezongen zijn ze door sopraan Carole Farley met Roger Vignoles (ASV CD DCA 669).
Meteen in het Vioolconcert nr. 2 uit 1935 kan Philippens in het eerste deel haar lyrische vermogens tonen; ook het langzame deel maakt ze heel memorabel en in de finale toont ze in opgewekte stemming veel brille. Vol zelfvertrouwen en heel karakteristiek speelt ze dit werk, hoorbaar genietend van de melodiek en in de finale de nodige ritmische zwier tonend.
De Solovioolsonate is een karakteristiek krokant werk in drie korte delen die door Philippens met de juiste expressie worden gevuld en in de Vijf melodieën laat ze haar Stradivarius Barrere inderdaad mooi zingen.
Wie gevreesd had dat de begeleiding van het Vioolconcert door ’slechts’ een provinciaal Zwitsers orkest een handicap zou zijn, wordt de vertolking beluisterend snel uit die nare droom verlost. Tausk zorgt voor een geanimeerde begeleiding die nu eens als een fluwelen-, dan weer als een stalen handschoen om de voordracht van zijn soliste sluit. Vergelijk het resultaat maar eens met de opnamen van Vengerov (Warner 0927-49567-2), Bell (Decca 475.6712), Znaider (RCA 74321-87454-2) en Chung (Decca 476.7226-2).
Als aardige extra’s zijn daar verder nog de pittige mars uit De liefde der drie sinaasappelen en het zangerige georkestreerde pianosonatedeel dat in deze vorm nagenoeg onbekend is. Wat op papier enigszins een Prokofiev hutspot lijkt, ontpopt zich als een heel aardig en divers programma waarin mooi diverse kanten van de componist worden belicht.