Porpora: Germanico in Germania. Max Emanuel Cencic (ct., Germanico), Julia Lezhneva (s., Ersinda), Mary-Ellen Nesi (s., Arminio), Juan Sancho (t., Segeste), Dilyara Idrisova (s., Rosmonda) en Hasnaa Bennani (s., Cecina) met de Capella Cracoviensis o.l.v. Jan Tomasz Adamus. Decca 483.1523 (3 cd’s, 3u. 37’39”). 2016
Lang bleef Nicola Porpora (1696-1768) onder de radar van de muziekwereld en de muziekindustrie. En dan ineens komen beide op de proppen met een verloren gewaande opera van haast Wagneriaanse proporties uit 1732. Als een van de vijftig, die naar destijdse begrippen ondanks een edele, voorname stijl van minder gehalte waren dan zijn kerkmuziek en kamercantates.Voor Händel was hij in Londen geen echte rivaal.
Behalve componist was de Napolitaan Porpora ook zangpedagoog. Als zodanig leidde hij de castraten Caffarelli en Farrinelli op. In deze opera zong hij in de première de rol van Germanico’s sterke tegenstander Arminico tegenover Domenico Annibali als Germanico.
Intussen leidde Porpora een vrij zwervend bestaan dat hem naar Venetië, Wenen (waar hij van 1745 tot 1747 Haydn lesgaf), Dresden en Londen bracht.
Germanicus (15 v.Chr. – 19 n. Chr) was de generaal die de Germaanse volken moest bedwingen tijdens een Romeinse campagne van 14-16 om de verloren slag in het Teutoburgerwoud te wreken.
De handeling is zoals vaak nogal complex. Nadat Rosmonda, de vrouw van Arminio haar vader heeft verteld dat Segeste hun stad aan de Romeinen heeft overgeleverd, zet Arminico een tegenaanval in. Germanico stuurt Cecina om over vrede te onderhandelen. Cecino weigert en Segeste wil in zijn plaats gaan. Daarna verdicht de plot met dromen, blijken van trouw en liefde, discussies, verraad, gevangenschap van Arminio en eindigen vredig, dus niet met Arminio’s trotse dood, maar maar vredig met een voorspelling dat Rijn en Tiber zullen worden verenigd. Het libretto is van Nicola Coluzzi.
In de achttiende eeuw waren de castraten oppermachtig in de opera. Tegenwoordig zijn het mensen als Cecilia Bartoli (Decca 478.1521), Simone Kermes (Sony 88691-96396-2) en Philippe Jaroussky (Erato 50999-9341302-2) die hun rol hebben overgenomen in recitals.
Tijdens het Innsbruck festival 2015 herleefde de opera met de Academia Montis Regalis onder leiding van Alessandro de Marchi, het jaar daarop werd deze met andere mensen vastgelegd door Decca.
De dramatische hoofdrol is toevertrouwd aan de bekende Kroatische countertenor Max-Emanuel Cencic die in de loop van werk alle motieven en gevoelens van Germanico goed weet uit te drukken. Naast en tegenover zich vindt hij de verrassende jonge coloratuur (mezzo)sopraan Julia Lezhneva als Ersinda; ze voelt zich in dit repertoire als als een vis in het water en profileert zich nadrukkelijk goed. Veel hangt ook af van de Griekse Mary-Ellen Nesi als een strijdvaardige, trotse, maar ook toegeeflijke Arminio. Tenor Juan Sancho ontpopt zich als een krachtdadige Segeste en gelukkig voldoen ook Dilyara Idrisova als Rosmonda en Hasnaa Bennani als Cecina naar behoren.
Met zo’n homogeen goede bezetting was het aan Jan Tomasz Adamus en zijn op oude instrumenten spelende ensemble uit Krakau om een groot succes te maken van deze welkome onderneming. Ook dat is mooi gelukt. Wat willen we meer?