Prokofiev: De vlammende engel (bew. Maya Fridman). Maya Fridman (vc) en Artem Belogurov (p). The new music movement TTK 0001 (28’17”). 2017
Wie een uitvoering (zoals die van Chailly bij de Nederlandse Opera in 1990) of één der opnamen van Prokofievs De vlammende engel heeft gehoord (de beste is van Gergiev, Philips 446.078-2) of op dvd heeft gevolgd (opnieuw Gergiev, ArtHaus 100.390), weet dat het verhaal van die opera in een ver verleden, de Middeleeuwen, speelt. In een tijd toen zwarte kunst, alchemie, geestuitdrijving, duivelse inblazingen, kabbalistiek, religieuze mysteries en hoop op goddelijke verlossing het geestelijke klimaat mede bepaalden.
In het eerste kwart van de vorige eeuw leidde dat op operagebied niet alleen tot Ariane et Barbe-bleue van Dukas uit 1907 en Bartóks Blauwbaards burcht uit 1918, maar in 1923 in zijn Franse periode ook tot Prokofievs L’ange de feu.
Het gegeven was ontleend aan aan Valery Briusovs gelijknamige novelle uit 1907 en het wordt gauw duidelijk dat de componist Prokofiev krachtiger is dan de librettist Prokofiev.
Zelf heeft de componist hiervan nooit een voorstelling beleefd, want het werk kreeg pas in 1955 zijn première in Venetië. Het libretto van de componist zelf gaat over een bezeten, erg wispelturige vrouw, Renate, die als meisje visioenen had van de vuurengel Madiel. Volwassener geworden, wenst zij zich deze Madiel als minnaar en projecteert haar liefde op de mysterieuze graaf Hendrik.
Dat gebeurt met assistentie van Ruprecht, die haar wel wilde verkrachten in een liefde/haat verhouding met het karakter van een wervelwind vol geloof, ongeloof, liefde en ontrouw. Tenslotte belandt Renate na haar avonturen in die driehoeksverhouding in een klooster waar ze verwarring en onrust blijft zaaien.
Het einde is als ze door een inquisiteur to de dood op de brandstapel wordt veroordeeld. Wie vuur zoekt, zal het krijgen.
Eind 2014 werd de Russisch/Nederlandse celliste Maya Fridman uit het Schönberg/ASKO ensemble gegrepen door dit thema van schoonheid, gekte en liefde. Kort daarvoor begon haar inspirerende samenwerking met de Letse pianist Artem Belogurov.
De celliste heeft die ‘Werdegang’ om licht en duister van een tijd en taal overstijgende Renate in haar bewerking waarin de vijf aktes van de in vier hoofdstukken kort beschreven. Hoofdstuk 1 ‘Hoe ik Renate voor het eerst ontmoette en hoe ze mij met haar hele leven verbond’, hoofdstuk 2 ‘Dat wat ons door de dorpsheks was voorspeld en hoe we worden bedrogen door geheimzinnig geklop’, hoofdstuk 3 ‘Hoe we magie studeerden en converseerden met Agrippa van Nettesheim en over mijn duel met graaf Heinrich’ en het slothoofdstuk ‘Hoe Renate mij verliet en ter dood werd veroordeeld door de inquisiteur in het Sint Ulf klooster’.
In een meer ritmisch dan melodieus relaas met wat onzekere, vage momenten, maar ook doorleefder, grimmiger fasen weten Maya Fridman en de op een Érard uit 1880 spelende Artem Belogurov de essentie van Prokofievs opera of heel eigen, geëngageerde wijze in een half uurtje te laten herleven. Het is boeiend haar in haar interpretatieve duidings- en herleidingsrelaas te volgen.
Waarom hiervoor is gekozen voor een wat misleidende uitgave - hoe mooi ook - op dvd formaat, is de vraag. Een belangrijke omissie is dat bij deze eerste New Music Movement uitgave allerlei gewenste en gangbare info over gebruikt instrumentarium, opnamelocatie en speelduur ontbreken. Deel daarvan, met gegevens van de gebruikte opname apparatuur is wel op de TRPTK website te vinden.