Piazzolla: Ángeles y diablos. ‘Allegro tangabile’; ‘La Camorra’; ‘Romance del diablo’; ‘Vayamos al diablo’; ‘Tango del diablo’; ‘Poema valseado’, ‘Fuga y misterio’; ‘Introducción al ángel’; ‘Milonga del ángel’; ‘Muerte del ángel’; ‘Resurrección del ángel’. Isabelle van Keulen ensemble. Challenge CC 72766 (43.32’52”). 2017
In de negentiende eeuw ontstond de tango in de immigrantengemeenschap van de bars en bordelen in Buenos Aires als een knooppunt van klassiek verleden en eigentijdse liefdesliedjes. Astor Piazzolla schreef er ruim driehonderd. Hij was uit Italiaanse ouders geboren, groeide op in New York en studeerde in Parijs.
Laten we echter vooral nooit vergeten dat Astor Piazzolla op muzikaal gebied een klassieke opleiding genoot bij Nadia Boulanger en Alberto Ginastera. Aanvankelijk wilde hij zelfs weinig weten van de tango en componeerde liever in traditionele Europese vormen. De bandoneon kwam pas later in zijn leven. Zelf beweerde hij dat zijn muziek voor tien procent uit tango en voor negentig procent uit moderne-klassieke muziek bestaat. Geen wonder dat mensen als Gidon Kremer en Yo-Yo Ma zich hierdoor aangetrokken voelden.
Zijn meest karakteristieke werken schreef hij voor een kwintet, bestaande uit bandoneon, viool, gitaar, piano en contrabas. Met weglating van de toch al weinig prominente gitaar biedt Piazzolla al geruime tijd dankbaar materiaal en uitdaging genoeg voor Isabelle van Keulen om bij herhaling te putten uit dit vele materiaal. In 2013 maakte ze met haar ensemble, dat verder bestaat uit bandeonist Christian Gerber, pianiste Ulrike Payer en contrabassist Rüdiger Ludwig de eerste aan Astor Piazzolla gewijde opname Tango (Challenge CC 72660) gevolgd door Grand Tango! (Challenge CC 72695). Nu is de reeks voortgezet met Ángeles y diablos met elf niet alle overbekende nummers over de duivel en een engel.
Opnieuw is ze heel goed in staat om even buiten haar gangbare habitus te treden en met een enthousiaste volle, zwoele toon, een stevig vibrato en virtuoos vertoon te laten horen hoe haar opvatting van deze muziek is. Dat lukt wonderwel want het ensemble speelt met veel vaart en verve wat de felle ritmen veel goed doet. Als in een jazz combo luisteren de spelers goed naar elkaar wat ook de lome langzame gedeelten een fijn aanzien geeft. Hiermee vergeleken stelt de Tango van Stravinsky weinig voor.