Poulenc: Cellosonate FP. 143; Vioolsonate FP. 119; Fluitsonate FP. 164; Hobosonate FP. 185; Klarinetsonate FP. 184; Sextet voor piano, 4 houtblazers en hoorn FP. 100; Un joueur de flûte berce les ruines; Villananelle; Sonate voor hoorn, trompet en trombone FP. 33; Sarabande voor gitaar FP. 179; Sonate voor 2 klarinetten FP. 7; Sonate voor klarinet en fagot FP. 32; Élégie voor hoorn en piano FP. 168; Trio voor piano, hobo en fagot FP. 43. London Conchord ensemble. Champs Hill Records CHRCD 028 (2 cd’s, 2u. 27’55”). 2011
Er zullen altijd wel luisteraars blijven bestaan die het omvangrijke oeuvre van Francis Poulenc met zijn mengeling van speels en onbesuisdheid niet begrijpen. Niet dat zijn muziek lastig te begrijpen is. Ze veroordelen hem tot de mindere goden onder de twintigste eeuwse componisten. Maar zij onderschatten hem dan danig. Zijn werken zijn niet puur losse flodders. Er schuilt een licht herfstige tristesse in zijn harmonieën, enige treurnis onder zijn joie de vivre en dat blijkt vooral in zijn vele kamermuziekwerken.
Hij kan zelfs te vlot lijken, vrolijk voortkabbelend of sentimenteel zwijmelend in een idioom dat schijnbaar aan de Parijs musichall is ontleend, aangescherpt met invloeden van Stravinsky.
Misschien is die leuker om te spelen dan om naar te luisteren, maar het Londense Conchord ensemble heeft uitstekend begrepen wat de essentie van Poulenc muziek is. Van de bitterzoete sonates voor viool, cello, fluit, hobo en klarinet de stoeipartijen in de groter bezette werken waaronder hoogtepunten als de voor Dennis Brain geschreven Élégie en het onweerstaanbaar schitterende Trio voor piano, hobo en fagot.
Aan het project met veertien werken nemen dertien musici van het Londense Conchord ensemble deel onder wie violiste Maya Koch, hoboïsten Emily Pailthorpe, cellist Thomas Caroll, pianist Julian Mitford, de klarinettisten Barnaby Robson en Maximiliano Martin en Richard Hosford, fagotspeler Andre de Flammineis en trompettist Philippe Schartz.
Zijn allen weten heel goed die voor de componist typerende mengeling van lome lyriek, sterk gekruide harmonieën en licht spottende humor te treffen.
Het enige werk dat ze niet helemaal kunnen redden, is de Vioolsonate, het zwakste kamermuziekwerk.
Deze uitgave heet de volledige kamermuziek van Poulenc te bevatten. Dat is teveel gezegd. Voor het 23-delige L’invitation au château voor klarinet, viool en piano FP. 138 moeten we naar Paul Meyer, Kolja Blacher en Eric le Sage (RCA 74321-63212-2). Verder ontbreken de Trois mouvements perpetuels voor 9 instrumenten FP. 14 die beschikbaar zijn van fluitist William Bennett c.s. (Cala CACD 1018), de Bagatelle in d voor viool en piano FP. 60c met Jean-Guihen Queyras en Alexandre Tharaud (Harmonia Mundi HMC 90.2012) en de Suite française voor 2 hobo’s, 2 fagotten, 2 trompetten, 2 trombones, slagwerk en klavecimbel FP. 80 met Anima Eterna van Jos van Immerseel (Zig-Zag territoires ZZT 110403).