Purcell: Songs and dances. ’Menuet, hornpipe en boree’ uit Ampitryon Z. 572; ’Strike the viol, touch the lute’ uit Birthday ode for queen Mary Z. 323/5 ; O solitude, my sweetest choice Z. 406; Pavan in g Z. 752; ‘Here the deities approve’ uit Ode for St. Cecilia’s day Z. 339; ‘Hornpipe’ uit The old bachelor Z. 607; ‘Jig tune’ uit Birthday ode for queen Mary; ‘Fairest isle’, ‘What power art thou’ uit King Arthur Z. 628; ‘Aire’ uit The virtuous wife Z. 611; ’Twas within a furlong of Edinburgh town’ uit The mock marriage Z. 605/2; ‘Scotch tune’ uit Amphitryon Z. 572; ‘Here let my life with as much silence slide’ uit Cantate If ever I more riches did desire Z. 544; Fantazia on a ground Z. 731; ’Tis nature’s voice’ uit Ode for St. Cecilia’s day Z. 328; ‘Mars’ uit The married Beau Z. 603; ‘Curtain time’ uit Timon of Athen Z. 632; ‘We the spirits of the air’ uit The Indian queen Z. 630; ‘One charming night’, ‘Chaconne’ uit The fairy queen Z. 629. Tim Mead (ct) met Les musiciens de Saint-Julien o.l.v. François Lazarevitch. Alpha ALPHA 419 (66’08”). 2017
In een bonte afwisseling bevat deze cd om en om twintig dansen en liederen/aria’s van Purcell. Deels komen we bekend, deels echter ook vrij onbekend moois tegen.
Dat daarbij de begeleiding van deze oer-Engelse muziek toevalt aan het in ode muziek gespecialiseerde Franse, door fluitist François Lazarevitch geleide ensemble Les musiciens de Saint-Julien hoeft niet zo te verbazen, want eerder wijdde het zich al aan Ierse muziek met de opname High road to Kilkenny (Alpha ALPA 234) en aan Schotse met For ever fortune (Alpha ALPA 531).
Als zanger is de Engelse countertenor Tim Mead op wie we voor het eerst opmerkzaam werden gemaak door zijn medewerking aan Monteverdi’s L’incoronazione di Poppea o.l.v. Alessandro de Marchi (Euro Arts 205.892-8), Bachs Matthäus Passion onder Jos van Veldhoven (Channel Classics CCS SA 32511) en Hohe Messe onder Jonathan Cohen (Hyperion CDA 68051/2). Hier levert hij met mooi onderscheid bijdragen aan zowel opera als lied, waar nodig mooie versieringen aanbrengend. Zelfs de aria’s uit King Arthur die normaal door een bas worden gezongen, ver leent hij kracht.
Toegepast op Purcell vallen wat bijzondere kenmerken op aan de vertolkingen. Bijvoorbeeld dat veel aandacht is gericht op de folkloristische kant van Purcell met Schotse en Ierse invloeden in de jigs, hornpipes en de passacaglia.
Verder is de begeleiding pikant met twee fluiten, harp, een handjevol strijkers en klavecimbel/luit aan continuokant. En tot slot wordt de muziek tamelijk vrij, soms haast improviserend uitgevoerd, maar steeds met veel verbeelding. Een geslaagd en pakkend programma, waarover puristen mogelijk verschillende meningen zullen hebben.