CD Recensies

PURCELL: CARE OF LOVERS, THE

Purcell: The care of lovers. ’The cares of lovers’ uit Timon of Athens Z. 632; ’Sweeter than roses’ uit Pausanius, the betrayer of his country Z. 585; ‘From silent shades ‘ uit Bess of Bedlam Z. 370; ‘Retir’d from any mortal’s sight’ uit The history of king Richard the second of The Sicilian ussuper Z. 581; ‘Celia has a thousand charms’ uit The rival sisters, or The violence of love Z. 609; ‘Dear pretty youth’ uit The Indian queen Z. 630; Ground in gamut; If music be the food of love Z. 379c; O solitude, my sweetest choice Z. 406; ‘Hears not my Phillis how the birds’ uit The knotting song Z. 371; ‘O lead me to some peaceful gloom’ uit Bonduca or the British heroine Z. 371; She loves and she confesses too Z. 413; Ground in d ZD. 222; ’Tell me, some pitying angel’ uit The blessed Virgin’s expostulation Z. 196; Music for a while Z. 583; The fatal hour comes on apace Z. 421; ’Thou wakeful shepherd that dost Israel keep’ uit A morning hymn Z. 198; An evening hymn ’Now that the sun hath veiled his light Z. 193. Rowan Pierce (s), Richard Egarr (kl) en William Carter (theorbe). Linn CKD 592 (59’47”). 2018

‘Waar de schrale woorden van d’auteur falen, zal uw fortuinlijke gratie, Purcell, eer behalen’ vond de rijmelaar Tom Brown in Purcells tijd. Als hedendaags vervolg daarop laat de Engelse sopraan Rowan Pierce die al de hoofdrol zong in The fairy queen met de Academy of ancient music en als Belinda meewerkte in Dido and Aeneas op haar debuut cd in 18 aria’s, die deel uit opera’s komen, in de praktijk horen wat die uitspraak waard is. Eerder won ze de President’s Award van de Royal Academy.

De titel van de uitgave is meteen aan de semi-opera Timon of Athens komt. We krijgen moois te horen dat gedurende de hele, nogal korte loopbaan van Purcell (van She loves and confesses uit 1683 tot Sweeter than roses uit 1695) werd geschreven en dat steeds een hoog compositorisch niveau heeft en laat horen hoe mooi Engelse poézie op muziek kan worden gezet. Luister maar even naar een hoogtepunt uit dit recital als Tell me, some pitying angel. Eén van de aantrekkelijke kanten van dit recital is dat heel wat onbekend materiaal meteen zo optimaal aan het licht wordt gebracht.

Rowan Pierce weet met haar lichte, heldere sopraan steeds de juiste expressie te vinden en geeft de korte gedeelten telkens goed typerend een heel treffend, vaak ontroerend karakter.

Daarbij wordt ze geweldig terzijde gestaan door klavecinist Richard Egarr en theorbespeler William Carter. Goed uitgangspunt voor een veelbelovende carrière voor iemand die met zo’n stralend debuut begint.