Penderecki: Celloconcert nr. 1; Emanacje; Partita voor klavecimbel en orkest; Symfonie nr. 1. Felicja Blumental (kl) en Siegfried Palm (vc) met Pools nationaal omroeporkest c.q. het Londens symfonie orkest o.l.v. Krzystof Penderecki. EMI 565.416-2 (72’24”). 1973
Penderecki: Celloconcert nr. 2; Khatchaturian: Celloconcert in e. Astrig Siranossian met het Warschau filharmonisch orkest o.l.v. Adam Klocek. Claves 50-1802 (70’01”). 2017
Penderecki: Symfonieën nr. 1 en 2 Kerst. Pools Juventus symfonie orkest o.l.v. Krzystof Penderecki. DUX DUX 0897 (64’34”). 2012
Penderecki heeft steeds volgehouden dat hij primair een symfonicus is. Toen in 1973 zijn Symfonie nr. 1 werd gepubliceerd merkwaardig genoeg besteld door de Perkins Motors uit Peterborough) bleek dat werk een verrassing te zijn want hoewel er iets van zijn expressionistische, mechanische klankwereld uit spreekt, gebruikt hij een andere taal dan in zijn beruchte vroege werken. Nog verrassender was Symfonie nr. 2 Kerst (1980), waarover hij zelf zei: ‘Het meest romantische werk van me met bladzijden uit het handboek Hoe schrijf ik een symfonie? en de hoofdstukken Bruckner en Mahler daaruit.’
In een tijd waarin de avant-garde een ghetto was binnen het grotere ghetto van de moderne muziek bouwde Penderecki op de klankwereld van Stockhausen en Xenakis, maar dan op een nog radicaler manier door gebruik van clusters, doordringende hoge noten, akelige pizzicati, klopeffecten en glissandi die de grenzen tussen geluid en toonhoogte lieten vervagen. Alleen Emanacje (1959) voor strijkorkest draagt daar nog sporen van. Maar in de Celloconcerten nr. 1 (1972) en 2 (1982) en de Partita voor klavecimbel, elektrische gitaar, basgitaar, harp, contrabas en orkest (1971) ligt dat achter hem.
Voor een nadere, gedegen kennismaking met de componist is het altijd nuttig om met opnamen kennis te maken die onder zijn leiding tot stand kwamen. Net als Hindemith was Penderecki een begiftigde dirigent die precies wat hij nodig had uit een orkest wist te halen.
Met Felicja Blumental, Astrig Siranossian en Siegfried Palm vond hij heel goede solisten.