Pärt: Fratres voor trombone, strijkorkest en slagwerk; Vater unser voor trombone en strijkorkest; An den Wassern zu Babel saßen wir und weinten voor trombone en kamerorkest; Pari intervallo voor trombone, klarinet en strijkorkest; Bach, J.S./Marcello A., B./Vivaldi: Klavecimbelconcerten nr. 1 in D BWV. 972 (bew, Vioolconcert op. 3/9 Vivaldi), 3 in d BWV. 974 (bew. Hoboconcert Marcello), 4 in c BWV 981 (bew. Vioolconcert in e op. 1/2 B. Marcello). Jörgen van Rijen (tromb) en Hein Wiedijk (kl) met Camerata RCO. BIS SACD 2316 (58’32”). 2017
Het is logisch dat men vooral benieuwd is of Arvo Pärts Fratres ook werkt als er een trombone aan te pas komt. We kennen het werk in allerlei gedaanten, maar deze is nieuw en blijkt redelijk, maar niet ideaal te werken, gemodelleerd naar de viool/piano versie en dat heeft niets te maken met Van Rijens fabuleus mooie spel klinkt het stuk nogal genraliserend als een virtuoos thema-met-variaties stuk met geschakeerd spel van strijkers en slagwerk.
Gelukkig slaagden de bewerkingen van Pärts andere werken overtuigender. Het Vater unser was oorspronkelijk voor countertenor en Van Rijen speelt die vocale partij.
Ook An den Wassern zu Babel saßen wir und weinten, oorspronkelijk voor woordloos zingend koor en orgel, staat de heel serieus klinkende gedaanteverwisseling goed en Pari intervallo, ter herinnering aan een vriend van de componist klinkt van beide solisten in alle elegante eenvoud.
Hierna zijn de bewerkte concertjes van de broers Alessandro en Benedetto Marcello en Vivaldi een pure, vrij zwaarteloze vreugde. Ook dankzij de steeds attente begeleidingen.