Popper: Celloconcerten nr. 1 in d op.8, 2 in e op. 24. 3 in G op. 59, 4 in b op. 72. Martin Rummel met het Tsjechisch kamerfilharmonisch orkest Pardubice o.l.v. Tecwyn Evans c.q. Mari Kato (p). Naxos 8.573930 (78’38”).2018

De in Praag geboren cellist David Popper (1843 - 1913) debuteerde reeds als tiener bij het Gewandhausorkest en werd in 1868 benoemd als aanvoerder van de cellogroep in het orkest van de Weense Hofopera. Hij behoorde tot de gevierde solisten uit zijn tijd en bracht de Cellosonates van Brahms in première; het Celloconcert van Schumann nam een belangrijke plaats in op zijn repertoire.

Maar hij componeerde ook. Martin Rummel maakte al een opname van enige van zijn kamermuziekwerken (Paladino PMR 0007) en wijdt zich nu aan al zijn vier Celloconcerten.Drie daarvan waren opgenomen door Wen-Sinn Yang (CPO 777.821-2) en dat het ‘aan zijn grote collega Alfredo Platti’ opgedragen vierde ontbrak, is omdat het in zijn oorspronkelijke vorm met pianobegeleiding is en hier als zodanig wordt gespeeld.

Compositorische meesterwerken zijn het niet. Daarvoor worden mooie lyrische momenten te veel afgeleid door voorthollend passagewerk en worden thema’s niet geheel uitgewerkt. Maar de romantische Boheemse melodiek is natuurlijk best aardig. Celloconcert nr. 1 heeft een luchtig karakter, nr. 2 is virtuozer en dramatischer van aard en het ééndelige nr. 3 is het beste geslaagd.

Martin Rummel en zijn begeleiders maken het best mogelijke van deze werken.