Piazzolla: Celebrating Piazzolla. Las cuatro estaciones porteñas; Los pajaros perdidos; El gordo riste; El titere; Oblivion; Yo soy Maria; Milonga de los monsters 2. Carla Jablonski (ms) met het Neave trio. Azica ACD 71324 (47’38”). 2017
Er circuleren talloze bewerkingen van de populaire composities van Astor Piazzolla, aar een stel voor pianotrio zal tot de uitzonderingen behoren. Dat daar dus niet het lijfinstrument van de componist, de bandoneon en in mindere mate de gitaar en de contrabas, bij te pas komt, zal puristen mogelijk storen. Waar waarom eigenlijk als de andere instrumenten hun kans kunnen grijpen, zoals pianiste Eri Nakamura meteen in het eerste deel van de ‘Invierno’ (‘winter’) porteño. Mikhail Veselov zorgt in de ‘Verano’ (‘zomer’) deel voor een stevig basfundament, bekrachtigd door geklop op zijn instrument. Hij zorgt ook voor een goede steun in het bekende lied Los pajaros perdidos. Een aardige ontdekking is ook dat in Oblivion wordt gezongen.
Het is alles te danken aan de bewerkingen van L. Suárez-Paz, zelf geen onbekende in de tangowereld. Dat mezzo Carla Jablonski met haar licht zwoele stem en licht Amerikaanse accent zich goed thuis voelt in dit idioom is niet zo verwonderlijk, want ze zingt ook jazz. Op haar best is ze te horen in ‘Yo soy María’ uit de tango-opera.
Zo slaat het Neave trio een stevige brug tussen de tanguero en de klassieke Piazzolla.