CD Recensies

PROKOFIEV: CONCERTANTE SYMFONIE; CELLOSONATE, PHILIPPE

Prokofiev: Concertante symfonie voor cello en orkest in e op. 125; Cellosonate in C op. 119. Bruno Philippe met het Omroeporkest Frankfurt o.l.v. Christoph Eschenbach c.q. Tanguy de Willencourt (p). Harmonia Mundi HMM 90.2608 (65’49”). 2019  

De Concertante symfonie, Prokofievs laatste grote werk uit 1959 is een voor Rostropovich gemaakte aanpassing van het Celloconcert op. 58 uit 1933/8. Het is een glorieus monument voor een jonge inspiratiebron van een oude, uitgeputte, onderdrukte componist.

Toen Prokofiev het de student Rostropovich in 1947 hoorde spelen, was hij zo opgewonden door dit talent, dat hij de cellist naderhand meteen vertelde dat hij dat concert ging herschrijven. In feite begon hij in 1950 aan wat een grondige hercompositie zou worden. Daarvoor werkte hij nauw samen met de solist en de twee werden snel vrienden.

In 1952 werd het werk uitgevoerd maar ook weer teruggetrokken voor een nieuwe bewerking. Helaas was Prokofiev gestorven voordat hij die kon horen.

In tegenstelling tot zijn andere late werken, grijpt dit stuk terug op op iets van jongere, gelukkige man, Het begint met een stroomliederen uit de cello, terwijl het enorme middelste scherzo het beste uit de polychromatische orkestratie combineert met een cadens van levendige helderheid en een zeer zangerige melodie.

De finale bevat een thema met speelse variaties bij wijze van parodie op Mahler, Rossini en Britten en klimt tot een stralend niveau voordat de solist de stormachtige kracht van het hele orkest overneemt en ontsnapt.

In 1987 nam Rostropovich de Concertante symfonie voor het laatst op met het Londens symfonie orkest o.l.v. Seiji Ozawa (Erato ECD 75485). Een andere heel mooie, uitgesproken verfijnde uitvoering is van de Koreaanse Han-Na Chang met het Londens symfonie orkest o.l.v. Antonio Pappano (EMI 557.438-2), maar nu zorgt ook de in 1993 geboren Franse cellist Bruno Philippe voor een zowel oprechte als indringende verklanking die hij vrij impulsief en met de nodige fantasie realiseert. De ietwat droge humor uit het allegro giusto ontgaat hem niet.

De Cellosonate vormt een ideale koppeling. Die komt jeugdig tot klinken. De jonge cellist heeft zijn plaatsje op het podium hiermee volkomen verdiend.