CD Recensies

PURCELL: KING ARTHUR, MCCREESH

Purcell: King Arthur, or the British worthy Z. 628. Anna Dennis (s., Cupido, eer), Mhairi Lawson (s., herderin, sirene, nimf, Venus), Carolyn Sampson (s., priesteres, herderin, sirene, zij), Rowan Pierce (s., Philidel, nimf, Neride), Jeremy Budd (t., How blest are shepherds, How happy the lover, Trio for folded flocks, Comus), James Way (t., 2r Saksische priester, Britse strijder, boer), Roderick Williams (b., Grimbald, Aeolus, Hij) en Ashley Riches (bs.,Myrus, eerse Saksische priester, koud genie, Sylvan, Pan) met het Gabrieli Consort & Players o.l.v. Paul McCreesh, Signum SIGCD 589 (2 cd’s, 1u., 37’38”). 2019 

Purcells King Arthur uit 1691 wordt vooral beschouwd als een semi-opera in vijf aktes omdat de gesproken teksten uit 1684 van poet laureate John Dryden zijn niet weggelaten. Daardoor missen we de rollen van koning Arthur, Oswald, Conon, Merlijn, Osmond, Aurelius, Albanact, Guillamar, Emmeline en Matilda extra.

Misschien maar goed ook want wat voor een muziek blijft over! Geen wonder dat Michael Nyman eruit putte voor zijn filmmuziek.

De handeling gaat over de liefde van Arthur voor Emmeline, de dochter van de graaf van Cornwell Conon die door de Saksische koning-strijder Oswald van Kent is gevangen genomen. De Saksen worden bijgestaan door de tovenaar Osmond, de Britten door Merlijn en Keltische geesten. Osmond demonstreert zijn magische macht door Cold Genius te hulp te roepen. Maar diens ijzige invloed wordt tenslotte overwonnen door de liefde.

Ontdaan van historisch patriottisme blijft weinig ruimte voor magie en pathos, maar de muziek wint het op eigen kracht.  

Het werk vertoont minder de invloed van de zesde eeuwse Arthurlegenden als wel van in allegorievorm van de politieke situatie in het zeventiende eeuwse Engeland. Het werk ging in 1691 tijdens de regering van William en Mary in het Queens theatre in première. 

Wanneer Paul McCreesh zich daar nu ook over ontfermt zijn de verwachtingen hooggespannen. Hij beschikt over een heel goed solistenteam dat duidelijk, maar zonder overdrijving karakteriseert. Het zijn vooral de lage stemmen die indruk maken. De koorzang heeft een rijke textuur, de instrumentale gedeelten zijn mooi gestalte gegeven en verlenen het werk een scherp profiel. Anna Dennis ’Fairest isle’, Jeremy Budds ‘How happy the lover’, ’Two daughters of this aged stream’, ‘Honor prizing’ en het instrumentale ‘Soft music’ behoren tot de hoogtepunten.

Van de voorgaande opnamen was het vooral die van William Christie die veel indruk maakte (Erato 4509-98535-2), in wat mindere mate ook die van Niquet (Glossa GCD 92.1608) de Nederlandse van Chauvet met Wendy Roobol, Derek Lee Ragin, Mattijs Hoogendijk en Peter Hendriks (Ligia LIDI 0202264-13) en Lionel Meunier (Alpha ALPHA 430), maar McCreesh is net wat aanbevelenswaardiger.