Pacius: De prinses van Cyprus. Tom Wentzel (spr, vrouw aan het rad van avontuur), Tove Åman (s., Chryseis), Agneta Eichenholz (ms., Anemotis), Riika Rantanen (ms., Helka), Johan Storgård (spr., Zeidar, Lemminkainen) met het Jubilate koor en Tapiola Sinfonietta o.l.v. Ulf Söderblom. BIS CD 1340 (71’04”). 2002
Dit is de toneelmuziek die Fredrik Pacius (1809 - 1891) in 1860 schreef bij Prinsessan av Cypern van Zacharias Topelius, een Singspiel naar motieven uit de Kalevala. Pacius werd in Hamburg geboren, studeerde eerst in Kassel bij Spohr, ging naar Stockholm als dirigent van het Koninklijk orkest van 1828-1835, maar bracht daarna het grootste deel van zijn leven als componist en dirigent in Finland door waar hij het muziekleven op gang bracht en geldt als De vader van de Finse muziek die ook het Finse volkslied Suomen laulu op tekst van Runeberg schreef.
In 1852 had hij al Toppelius’ De jacht van koning Karel een opera gemaakt die eveneens is opgenomen door Ari Rasilainen (Marco Polo 8.225317/8).
Ondanks de hoogst ongeloofwaardige handeling gaat het om een mooi werk dat ondanks het uit de Kalevala gebruikte materiaal sterk in de Duitse traditie van Weber, Mendelssohn en Spohr staat. Met gesproken dialoog wordt het verhaal in tien muziekbijdragen als mengeling van liederen, melodrama en koorgedeelten in het Zweeds uit de doeken gedaan en wordt tevens aangetoond dat de componist geen duidelijke eigen persoonlijkheid had. Maar de vertolking is heel redelijk gelukt en verdient een kans om eens te worden gehoord.