Paer: Agnese. María Rey-Joly (s., Agnese), Lucia Cirillo (s., Carlotta), Giulia della Peruta (s., Vespina), Andrea Giovannini (t., Don Girolamo), Edgardo Rocha (t., Ernesto), Filippo Morave (bs., Don Pasquale), Federico Benetti (bs., custodi dei pazzi), Markus Werba (bs., Uberto) met het Ensemble van het Teatro Regio di Torino o.l.v. Diego Fasolis. Dynamic 57850 (3 cd’s, 2u., 52;26”), 37850 (2 dvd’s, 2u. 52’). 2019
Ferdinando Paer (1771 - 1839) was een Italiaanse componist van Oostenrijkse afkomst die een veertigtal opera’s en de nodige oratoria componeerde. Agnese is uit 1809 en werd voor het eerst in het privétheater van graaf Scotti in Parma opgevoerd. Van daar uit maakte het werk een triomftocht door Italiaanse operatheaters en haalde in 1814 wel vijftig opvoeringen in de Milanese Scala en omdat Paër (intussen van een umlaut voorzien) hofcomponist van Napoleon was bereikte het wel lichtelijk aangepaste werk
ook Parijs. Daarna raakte het snel in vergetelheid, maar dirigent Diego Fasolis vond het werk merkwaardigerwijs in Lugano terug en nam het gelukkig op. Alleen ’Se la smaritta agnella’ was.
In deze operasemi-seria gaat het over menselijke gekte. Wanner Agnese, de dochter van Uberto er met haar geliefde Ernesto vandoor gaat wordt Uberto waanzinnig en gelooft dat zij dood is. Daarom speelt de rest van de handeling in een gekkenhuis waar sympathieke artsen hem vergeefs proberen te helpen. Gelukkig keert de door Ernesto verraden en in de steek gelaten Agnese terug om haar vader vergiffenis te vragen, net als de berouwvolle Ernesto. Pas wanneer Agnese een lied van vroeger zingt, komt Uberto weer bij zinnen en volgt een algemene verzoening.
De lyrische sopraan Maria Rey-Joly moet als Agnese na een aarzelend begin wat op gang komen om haar milde, lyrische sopraan volledig te kunnen inzetten. Gelukkig maakte ze een hoogtepunt van haar laatste aria ’Da te solo’. Markus Werba is als Uberto een geëmotioneerde Uberto die zijn gevoelens nog net beheerst en geloofwaardige waanzinscènes zingt en toch elegant te blijven. De rol van Ernesto is een lastige, maar Edgardo Rocha kan daarin uitblinken met een goede bel canto stijl en een in alle bereiken mooi stem. Hoe goed hij is, kan w orden gehoord in zijn aria ‘Ah! Se il fato’. Filippo Morace is een echte buffo als Don Pasquale al is zijn stem niet bijzonder en Giulia della Peruta zorgt voor een kostelijke Vespina (als een tweelingzus van Despina uit Mozarts Così fan tutte). De rest van de bezetting voldoet gelukkig ook net als de begeleiding. Succes verzekerd.
In de regie van Leo Muscato is de opera ook op dvd te zien.