CD Recensies

PROKOFIEV: PIANOSONATES NR. 6-8, OSBORNE

Prokofiev: Pianosonates nr. 6 in A op. 82, 7 in Bes op. 83 en 8 in Bes op. 84. Steven Osborne. Hyperion CDA 68298 (74’28”). 2019

De drie ‘Oorlogssonates’ van Prokofiev zijn een ware lijdenskroniek, die niet alleen de gruwelen van de Duitse invasie weergeeft, maar ook de onzekerheid van het leven onder Stalin in Rusland. Van de drie is nr. 7 uit 1942 de krachtigste. Het werk bezit Prokofievs kenmerkende stijl van al zijn pianomuziek, een mengeling va n rauwheid en lyriek, maar ook een nieuwe intensiteit die de rusteloze tijdgeest weergeeft. 

Het werk begint vol rusteloze energie en gaat door met een vruchteloze poging om in een fantasiewereld te ontsnappen. Het centrale langzame deel citeert iets van een lied van Schumann met een veelzeggende verwijzing naar ‘niemand hoort de pijn in mijn lied’. Als er nog onzekerheid over die pijn bestond, wordt die geheel weggenomen door het luiden van begrafenisklokken. Het laatste deel is een terecht geprezen demonische dans in perpetuum mobile. Door de herhaalde syncope klinkt het als jazz, maar de beteugelde dreiging loopt over in de verwoestende coda.

Sviatoslav Richter (Archipel ARPCD 0465) en Maurizio Pollini gaven indertijd de beste vertolkingen van dit werk (DG 447.431-2). Alexander Melnikov (Harmonia Mundi HMM 90.2203), Lang Lang (Sony 88697-71901-2) en Denis Kozhukhin (Onyx ONYX 4111) volgden en nu sluit zich ook Steven Osborne bij het rijtje aan. Hij doet dat met heftig spel van de puntige frasen van het begindeel die de luisteraar op de hoede laten zijn voor de sluipende tijger die elk moment kan uithalen. Verderop wisselt hij snel tussen lichtvoetige dansen en wilde dansen zonder op de vleugel te beuken. Hij articuleert ook voortdurend briljant. Dat geldt eveneens voor zijn aanpak van de twee andere sonates.