Perez, D.: Mattutino de’ morte. Roberto Invernizzi (s) en Salvo Vitle (bs) met koor en orkest Ghislieri o.l.v. Guido Prandi. Arcana A 906 (58’17”). 2014
De in Napels geboren en in Lissabon gestorven Davide Perez (1711 - 1778) gold lang als een van de belangrijkste componisten uit zijn tijd naast Jomelli en Hasse. Hij werd vooral bekend met zijn opera’s, maar richtte zich later in zijn leven ook op gewijde muziek. Hij was een jaar jonger dan Pergolesi en behoort zeker tot de belangrijkste vertegenwoordigers van de Napolitaanse school na de door Vinci en Porpora ingevoerde vernieuwingen. Later, in 1752, werd hij hofcomponist in Lissabon, maar na zijn dood werd hij snel vergeten. Het gecontrasteerde werk in stile concertato werd door de broederschap van Sint Cecilia in Lissabon naast de Requiems van Jomelli en Mozart gebruikt voor jaarlijkse uitvoeringen tot eind negentiende eeuw.
Hoog tijd voor eerherstel. Dat komt in de vorm van deze uitvoering van zijn ‘Dodenmetten’ die in 1770 werden gecomponeerd en al snel uitgroeiden tot een muzikaal eerbetoon aan overleden musici en pelgrims. Het schijnt zelfs dat dit werk in de achttiende eeuw tot de meest gekopieerde kerkmuziek behoorde, maar verdween daarna spoorloos. Tot het enige jaren geleden werd teruggevonden doordirigent Giulio Prandi die er kort daarop deze opname van maakte. Mattutino de’ morte is ook een keer uitgevoerd tijdens het Utrechtse festival Oude Muziek.
Een cd première van formaat. Prandi is als geen ander vertrouwd met het werk en hij voorzag zich van ideale zangers voor deze opname die goed zijn doordrongen van de retorische stijl in de overigens vrij intieme soli die worden afgewisseld door krachtige koorbijdragen.