CD Recensies

PROKOFIEV: SYMFONIEËN NR. 1-7; ORKESTWERKEN, ALSOP

Prokofiev: Symfonieën nr. 1 in D op. 25 ‘Klassieke’, 2 in d op. 40, 3 in c op. 44, 4 op 112 (herziene versie 1947), 5 in Bes op. 100, 6 op. 111 en 7 in cic op. 131, ‘Dromen’ op. 6, ‘Herfst’ op. 8, ’Scythische Suite’ op. 20, ‘De verloren zoon’ op. 46, 'Het jaar 1941' op. 90, ‘Wals suite’ op. 110, ‘Mars’ en ‘Scherzo’ uit De liefde der 3 sinaasappelen op. 33bis, Suite ‘Luitenant Kijé’ op. 60. São Paulo symfonie orkest o.l.v. Marin Alsop. Naxos 8.506038 (6 cd’s, 6u. 20’07”). 2011/2016
 
Voor iedere dirigent die zich daaraan waagt, vormen Prokofievs zeven Symfonieën vormen een harde noot die moet worden gekraakt, vooral waar het om de nummers 2-6 gaat. Toch zijn er heel wat complete opnamen van. Die zijn achtereenvolgens van Walter Weller met Londense orkesten in 1978 (Decca 478.6475), Mstislav Rostropovich met het Frans Nationaal  (Erato 2292-45737-2), Seiji Ozawa met het Berlijns filharmonisch orkest (DG 463.761-2), Theodor Kuchar met het Oekraïns Nationaal orkest (Naxos 8.553053/7), Valery Gergiev met het Londens Symfonie orkest (Philips 4757655) en Neeme Järvi met het Schots nationaal orkest (Chandos CHAN 10500).
Marin Alsop voegde daar in haar eerst op 6 afzonderlijke cd’s (Naxos 8.573353, 8.573452, 853186, 853029, 8.573518 en 8.573620) andere orkestwerken aan toe en heeft daarom zes in plaats van vier cd ’s nodig. Vooral het symfonisch tableau ‘Dromen’ uit 1910, de symfonische schets ‘Herfst’ uit 1910, 1915, 1934), de driedelige suite ‘Het jaar 1941’ en de zesdelige ‘Walssuite’ uit 1947 zijn heel welkom.
Maar verder kan men zich afvragen of een Zuid Amerikaans orkest en een Amerikaanse dirigente ideaal zijn voor deze muziek. Alsop begon destijds wat zwak met de Symfonie nr. 5, maar verbeterde zich geleidelijk en kwam tot heel redelijke resultaten. Opvallend dat Naxos haar deze taak gaf, want het label had al idiomatische vertolkingen van Kuchar in zijn catalogus.
Wanneer men Alsop kiest, dan vooral vanwege de extra werken. Bezitters van de versies Järvi en Gergiev hoeven niet verontrust te zijn door de komst van dit album dat wel een mooi goedkoop alternatief biedt.