Prokofiev: Pianosonates nr. 1 in f op.2, 2 in d op. 14, 3 in a op 28 ‘D’après des vieux cahiers’, 4 in c op. 29, 5 in C op. 38,6 in A op. 82, 7 in Bes op. 83, 8 in Bes op. 84 en 9 in C op. 103. Dinara Klinton. Piano Classics PCL 10191 (3 cd’s, 2u.50’12”). 2020
Van de Russische pianiste Dinara Klinton was me een opname me Pianowerken van Chopin uit 2016 bekend (Narodowy Instytut Fryderyke Chopina NIFCCD 218). Voor de opname van de negen Pianosonates van Prokofiev kwam ze een paar maal naar de Westvest kerk in Schiedam.
In 2007 maakte ze als Dinara Nadzhafova op haar zestiende haar eerste Chopin/Liszt opname (Delos) en ik hoorde haar voor het eerst met een Chopinrecital in 2016 (Nadorowy Instytut Frederyka Chopn NIFCCD 218).
Met de realisatie van de negen pianosonates van Prokofiev die werden gecomponeerd tussen 1907 en 1947 stond ze voor een veel zwaardere opgave. Zou het komen omdat ze een vrouw is, dat ze zich vooral richt op de lyrische en epische kanten van deze werken? Dat gebeurt gelukkig zonder ook maar enigszins de motorische, percussieve en sardonische aspecten te verwaarlozen. Verbeelding toont ze genoeg en op haar best is ze te horen in de Sonates nr. 1, 2, 7, 8 en 9 wat haast een wonder is omdat ze onderling zo verschillend zijn.
Pianosonate nr.5 speelt ze in de herziene versie uit 1953, een van de laatste activiteiten van de componist die zo het stuk een iets experimenteler karakter gaf. Dat toon Klinton ook duidelijk aan.
De zogenaamde Oorlogssonates nr. 6-8 behoren tot de beste uit de vorige eeuw. Vooral van nr. 7 maakt ze wat bijzonders. Daniel Jaffé, de Prokofiev biograaf, zegt daarover dat de melodie van het tweede deel is gebaseerd op Schumanns lied ‘Wehmut’ uit de Liederkreis op. 39 omdat hij was gedwongen in Zdravisa de lof van Stalin te zingen en Kissin gelooft dat hij aan het eind van Sonate 6 Stalin met zijn eigen leitmotiv een dreun toebracht.
Pianosonate nr. 8 krijgt een wat introspectiever aanzien en de lastige finale is haar bijzonder goed gelukt als een samengaan van strijd en triomf. Verrassend is hoe de laatste sonate een sereen en mild slot vormt en ideaal door Klinton wordt voorgedragen.
Al met al levert Klinton een bewonderenswaardige prestatie, waarmee ze meteen naar posit ie aan de top doordringt.
Het is jammer dat Sviatoslav Richter alleen de Pianosonates nr. 4 (As Disc 334), 6 en 9 (Baltic DIVOX 991001), 8 (DG 423573-2, 449.744-2) opnam.
Van de volledige reeksen bevielen tot nu ook die van Matti Raekallo (Ondine ODE 1103-2), Natalia Trull (Sorel SCCD 007/9) en Bernd Glemser (Naxos 8553021, 8554270 en 8555030).
Maar ontdekte ik tot mijn verrassing: er zijn er veel meer, te beginnen bij Alain Balageas (Calliope, op lp’s uit 1971) en vervolgend met György Sandor (Vox CDA 33500), Vladimir Ovchinnikov (Warner 2957.3985), Yefim Bronfman (Sony 8888373724-2, met de 5 de Pianoconcerten), Boris Berman (Chandos CHAN 9637),Yakov Kasman (Phaia PHU 00810), Murray MacLachlan (Olympia OCD 705), Barbara Nissman (Newport Classics 60092/4), Frederic Chiu (Harmonia Mundi 907086/8), Anna-Marie McDermott (Bridge 9298) en Stephane Ginsburgh (Cypres CYP 1674).