Poulenc: Sextet voor fluit, hobo, klarinet, fagot, hoorn en piano FP. 100; Fluitsonate FP 164; Hobosonate FP. 185; Klarinetsonate FP. 186; Trio voor hobo, fagot en piano FP. 43. Ensemble Confoederatio. MDG MDG 903.2152-6 (69’05”). 2019
Het kamermuziekrepertoire voor blazers is niet al te omvangrijk na de Pianokwintetten van Mozart en Beethoven. Maar gedurende het laatste kwart van de negentiende eeuw begon een Franse traditie van fluitist Paul Taffanel die daar verandering in bracht en componisten aanspoorde om hiervoor bijdragen te leveren. Ook het kwintet voor piano, fluit, hobo, klarinet en fagot van Rimsky-Korsakov uit 1876 kan als aansporing hebben gediend.
Saint-Saëns kwam met zijn Caprice over Deens en Russische volksmelodieën, d’ Indy droeg twee stukken bij, Françaix een heel stel en ook Poulenc liet zich niet onbetuigd. Zijn Sextet heeft een uitgelaten, onstuimig karakter, maar klinkt niet erg charmant. Maar het is wel prachtig voor de zes instrumenten geschreven en heeft een hoog soortelijk gewicht, al is het na zeventien minuten voorbij.
Het Zwitserse Ensemble Confoederatio geeft er een voorbeeldige vertolking van. Het ensemble bevat twee Spaanse musici en een daarvan, Rute Fernandes geeft een kostelijke uitvoering van de Fluitsonate, die door Jean-Pierre Rampal voor het eerst werd gespeeld. Fernandes wordt hooguit nog overtroffen door Emily Beynon (Hyperion CDH 55386), maar is verder heel goed. Ze beheerst de materie volledig en zorgt voor mooie veranderingen in kleur en dynamiek.
De Hobosonate - Poulencs laatst voltooide compositie uit 1962 - volgt en de jonge Russische Maia Sournatcheva geeft een fantastische vertolking van dit korte, wat tragische werk met bijna onhoorbare pianissimi.
De Portugese Sérgio Pires levert een gevoelig voorgedragen Klarinetsonate en onderstreept goed het grillige karakter van dit werk. Het programma wordt afgesloten met het Trio voor hobo, fagot en piano waarin Sournatcheva wordt vergezeld door de Franse fagottist Axel Benoit die ideaal samenspelen. Hier had de Zwitserse pianist Benjamin Engeli wat luchtiger mogen reageren, maar verder beheerst hij de verdraaid lastige pianopartijen volkomen.
Het gaat om een cd met zeer onderhoudende twintigste eeuwse kamermuziek die alle gelegenheid krijgt om te stralen.