Poulenc: Kamermuziek (compleet). Sextet voor piano en blaaskwintet FP. 100, Hobosonate FP. 185, Trio voor hobo, fagot en piano FP 43, Fluitsonate FP. 164, ‘Villanelle’ voor piccolo en piano FP. 74, Vioolsonate FP. 119, ‘Bagatelle’ in d FP. 60c, Klarinetsonate FP. 184, Cellosonate FP. 143, ‘Capriccio’ (d’après Le bal masqué) voor 2 piano’s, Sonate voor 2 piano’s, Élégie voor 2 piano’s FP 175, L’embarquement pour Cythère voor 2 piano’s; Sonate voor piano vierhandig (à mademoiselle Simone Tilliard), Sonate voor 2 klarinetten op. 7, FP 7, Sonate voor klarinet en fagot op. 32 FP 32, Sonate voor hoorn, trompet en trombone op. 33 FP. 33, ‘Le bal masqué’, ‘Le bestiaire ou Cortège d’Orphée, Poem de Max Jacob nr. 1-4, Rapsodie nègre FP 3, Cocardes FP. 16, ‘Élégie’ voor hoorn en piano FP. 168 (ter herinnering aan Dennis Brain), ‘Sarabande’ voor gitaar FP. 179, ‘L’histoire de Babar, le petit éléphant FP.142, ‘L’invitation au chateau FP. 138, ‘Leocadia’, FP. 106. Alexandre Tharaud (p), Philippe Bernold (fl), Olivier Doise (h), Ronald van Spaendonck (kl), Laurent Lefèvre (fag), Hervé Joulain (hrn), Graf Mourja (v), Thibault Vieux (v), Sabine Toutain (va) Françoise Groben (vc), François Chaplin (p), Céline Nessi (fl), Serge Krichewski (h), André Moisan (kl), Marie Gondeau (fag), Guy Touvron (tr), Jacques Mauger (tromb), Marc Bauer (cornet), Franck Lguerine (b), Jean-Marc Philipos (v), Françoise Rivalland (slagw), Pascal Delage (slagw), Jean Delescluse (t), Pierre Laniau (git). Naxos 8.505258 (5 cd’s, 5u., 08’57”). 1999/2000
Ter herdenking van de honderdste verjaardag van Francis Poulenc, 7 januari 1999 bracht Naxos op 5 cd’s (8.553611/5) zijn volledige kamermuziekwerken uit. Dat oeuvre beslaat een periode van dertig jaar (van de korte Bagatelle tot de Klarinetsonate). De componist maakte er nooit een geheim van waar zijn sympathie voornamelijk lag. Hij was het gelukkigst wanneer hij voor piano en blazers kon schrijven en was minder in zijn element als het om muziek voor strijkers ging. Strijkkwartetten droeg hij niet bij en voor de Vioolsonate nam hij driemaal een aanloop. De eerste versie uit 1919 werd vernietigd, de tweede uit 1924 stond hij oogluikend toe, maar pas de derde versie uit 1942/4 met Ginette Neveu in gedachten kon hij toelaten, hoewel hij het nog steeds als een mislukking beschouwde. Dat was niet fair tegenover zichzelf.
Het voordeel van deze uitgave is niet alleen vollediger dan dat van RCA, het is gelukkig ook geheel in Franse handen en alle individuele vertolkingen zijn zeer goed geslaagd. Zelf ben ik nog steeds erg gelukkig met ‘L’invitation au chateau FP. 138 en ‘Leocadia’, FP. 106. Twee toneelmuzieken voor Jean Anouihl.
Maar echt helemaal compleet is de uitgave niet, want de Mouvements perpétuels nr. 1-3 FP. 14 voor piano, de Suite française voor 2 hobo’s, 2 fagotten, 2 trompetten, 3 trombones, klavecimbel en slagwerk FP 80 en Un joueur de flûte berca les ruines FP. 14 voor solofluit ontbreken.
Wie niet reeds over de losse uitgaven beschikt, heeft nu de gelegenheid alles in één klap tegen gereduceerde prijs te bemachtigen.