CD Recensies

PÄRT: ADAM'S KLACHT, KOORWERKEN

Pärt: Adam’s lament. ‘Adams klacht’, ‘Beatus Petronius’, ‘Salve Regina’, ‘Statuit ei Dominus’, ‘Alleluia-tropus’, ’L’abbé Agathon’, ‘Estonian lullaby’, ‘Christmas lullaby’. Tui Hirv (s), Rainer Vilo (b) met het Lets Omroepkoor, Vox Clamantis en Sinfonietta Riga o.l.v. Tonu Kaljuste. ECM 476.4825 (67’58”). 2011/2007
 
Het adagium luidt: Arvo Pärt schrijft spirituele muziek die je dicht bij jezelf brengt. Dat geldt voor veel van zijn werken, maar niet voor alle. Zo behoort ‘Adams klacht’ (2010) naar een tekst van de monnik Staretz Silouan (1866 – 1938) niet tot zijn beste en fascinerendste werken. Hij wilde zich zo met die monnik identificeren, dat het niet aankwam op de artistieke kwaliteit. Er worden geen emoties opgeroepen. Het 24 minuten durende werk staat dichter bij een motet van Fauré dan bij Pärts eigen vrome minimalisme. 
‘Beatus Petronius’ (1990-2011) was oorspronkelijk voor dubbelkoor en orgels en ontwikkelt zich net als ‘Salve Regina’ (2001/2011) een korte langzame processie. De tekst en de muziek zijn mooi en beschrijvend en bevatten momenten van grote schoonheid.  Het ‘Salve regina’ is wat substantiëler en ontroerender met zijn begeleiding door celesta en strijkers.
Met ‘Statuit ei Dominus’ komen we in een heel andere klankwereld, namelijk die van het Gregoriaans, maar dan met pauken in de begeleiding. Dan volgt als een nieuw sterkcontrast het korte, etherische ‘Alleluia-tropus’ met een middeleeuws karakter. Met ’L’abbé Agathon’ (2004/8) wordt die sfeer met een nogal barok karakter verlengd.
De beide wiegenliedjes tot slot zijn intieme, troostrijke stukken om een verloren paradijs. Tonu Kaljuste en zijn team zangers en instrumentalisten weten als weinig anderen hoe de vocale muziek van Pärt hoort te klinken en realiseren dat bijzonder goed. De luisteraar kan slechts bewonderend toehoren.