Poulenc: Les mamelles de Tirésias; Le bal masqué. Barbara Bonney (Thérèse), Jean-Philippe Lafont (directeur), Jean-Paul Fouchécourt (echtgenoot), Wolfgang Holzmair (gendarme), Gordon Gietz (journalist), Graham Clark (Lacouf), Anthony Griffey (zoon), Akemi Zakamoto (krantenvrouw) e.a. met het Saito Kinen orkest en solisten, o.a. Michel Béroff (piano) o.l.v. Seiji Ozawa. Philips 456.504-2 (72’15”). 1996
Gebaseerd als het is op Apollinaires surrealistische gelijknamige drama uit 1917, kan de opera Les mamelles de Tirésias (1947) gevoeglijk worden beschouwd als Poulencs Così fan tutte. Een werk vol emoties, berouw, nostalgie en verlangen spelend zo ver mogelijk weg van het in de Tweede Wereldoorlog bezette Parijs, namelijk in Zanzibar.
Ooit, in 1953, maakte André Cluytens een waardevolle opname van het werk (EMI 565.565-2) met Poulencs lievelings sopraan, Denise Duval. Maar Barbara Bonney toont zich als fraai zingende actrice een waardige opvolgster. De cruciale rol van Thérèses echtgenoot wordt perfect door Jean-Paul Fouchécourt voor zijn rekening genomen. Wolfgang Holzmair is een gedroomde gendarme en als Presto en Lacouf zingen Mark Oswald en Graham Clark een kostelijk duet over hun speelschulden: ‘Monsieur Presto, je n’ai rien gagné’. Een wonder is ook hoe goed het Frans van het Tokiose koor is ingestudeerd. En Ozawa begeleidt minstens even fijnzinnig als Cluytens, terwijl de Philipsopname natuurlijk stukken beter is. Le bal masqué, een kamercantate uit 1932, is met opnieuw Holzmair en een uitgedund orkest een aardige toegift.