Purcell: Dido and Aeneas. Susan Graham (Dido), Ian Bostridge (Aeneas), Camilla Tilling (Belinda), Felicity Palmer (tovenares), Cécile de Boever (tweede vrouw), David Daniels (geest), Paul Agnew (zeeman), European voices en Le concert d’Astrée o.l.v. Emmanuelle Haïm. Virgin 545.605-2 (52’54”). 2003
Dido is een korte opera waarin de handeling heel geconcentreerd en snel verloopt. Ideaal voor een cd opname waar alle ruimte kan worden gegeven aan de snel wisselende dramatische tegenstellingen en aan Purcells verbeeldingskracht, zonder als een toneelmatige vormgeving als blok aan het been te hebben.
Dat is waar deze opname voortreffelijk in slaagt: de eruit sprekende verbeelding en dramatiek zijn dermate krachtig dat de visuele component niet wordt gemist. We hadden voortreffelijke Dido’s in de discografie: Troyanos bij Mackerras, Kirkby bij Parrott, Jones bij Bolton, Bott bij Hogwood, Baker bij Lewis en Gens bij Christie en zelfs de counter tenor Wallace bij Jacobs. Maar Susan Graham is hier nog overtuigender. Probeer meteen maar haar nobele en tragische afscheid in de aria ‘When I am laid in earth’. Prachtig die ingehouden, want onsentimentele dramatiek, die nobele expressie en die rijkdom aan nuancen. Om haar heen ook louter andere goede acteur/zangers. zoals de dreigende tovenares van Felicity Palmer en de fraaie altus van David Daniels als geestverschijning. Net als Jacobs op Harmonia Mundi vult Haïm deze barokopera met innerlijk leven, met sfeer en karakter, steunend op haar enthousiaste instrumentale ensemble, aangestuurd door een pittige continuogroep. Zo werd dit een van de mooiste, zo niet de mooiste Dido van nu.