Pergolesi: Stabat mater; Vioolconcert; Salve regina in c. Respectievelijk Rachel Harnisch (s), Sara Mingardo (a). Giuliano Carmignola (v) en Julia Kleiter (s) met het Orchestra Mozart o.l.v. Claudio Abbado. Archiv 477.8077 (65’12”). 2007
De driehonderste sterfdag van Pergolesi werpt zijn schaduwen vooruit en geen wonder dat de muziekindustrie daarop inhaakt. In zijn korte leven (Pergolesi werd slechts 26) behoorlijk productief, maar niet bijzonder gewaardeerd had ook nog de pech dat de reeks van bekende Concerti grossi hem werd afgenomen toen deze van ‘onze’ graaf van Wassenaer bleken te zijn. Zijn populairste, veel uitgevoerde werk is het Stabat mater waarvan al haast oevervol veel opnamen bestaan. Met en zonder darmbesnaarde strijkers. Eén van de beste daarvan leverden Emma Kirkby en James Bowman met Hogwood (Oiseau Lyre 425.692-2). Een andere, betere ‘authentieke’ kwam van Gemma Bertagnolli en Sara Mingardo met Alessandrini (Opus 111 30406).
En Abbado na de Vioolconcerten van Mozart opnieuw op Archiv! Wie had dat vijf jaar geleden kunnen denken? Hij is nu geheel wars van romantiseren en weet met zijn kleine ensemble wonderwel om te gaan met de stilistische conventies van de overgangsperiode van barok naar vroegklassiek zonder met koor en zangeressen ook maar iets tekort te doen aan het sensuele karakter van deze vocale werken.
Niet zo verwonderlijk nam Abbado het Stabat mater al eens, in 1984, op, maar toen nog grootschaliger met Marshall, Terrani en het Londens symfonie orkest (DG 415.103-2).
Hier wekt hij met andere, passender middelen eenzelfde bezieling en intensiteit op zonder de puur religieuze aspecten te verwaarlozen.
Voeg daarbij een even mooi geslaagd Salva regina, nu met een andere, maar even competente zangeres. Blijft het Vioolconcert dat tussen beide vocale werken in is geplaatst. Opnieuw met Carmignola die al zo schitterde in de Mozartconcerten als solist. Van het werk bestaan uiteraard minder opnamen, waarvan die van Elisabeth Wallfisch (Hyperion CDA 67230) de totnutoe mooiste was. De Italiaan overtreft haar lichtelijk.
Deze ‘live’ opnamen uit het Auditorium Teatro Manzoni in Bologna is meer dan goed genoeg geslaagd om ook de luit als basso continuo instrument te kunnen horen.
Laten we hopen dat het Pergolesijaar niet vooral meer van hetzelfde brengt, maar vooral ook onbekender werken: concerten (voor fluit, hobo bv.), sonates, vocale werken en buiten La serva padrona ook meer opera.