CD Recensies

POPOV: SYMFONIEËN NR. 2, 5, 6 E.A.

Popov: Symfonie nr. 2 op. 39 Moederland.  Russische Staats omroeporkest o.l.v. Gennadi Provatorov. Olympia OCD 576.

Popov: Symfonische suite nr. 1; Symfonie nr. 5 in A Pastorale. Moskou’s omroeporkest o.l.v Edvard Chivzhel c.q. Russisch Staatsorkest o.l.v. Gurgen Karapetian. Olympia OCD 598 (63’). 1982/1963

Popov: Symfonie nr. 6 op. 99 Feestelijke. Russische Staats omroeporkest o.l.v. Edvard Ghivhel. Olympia OCD 588.

 

Ooit gehoord van Gavriil Nikolayevitch Popov (1904-1972)? Hij was de minst bekende van de componisten die in 1948 deel uitmaakten van de ‘anti volkse formalisten’ van Zhdanovs felle manifest om het Sovjet componistendom te reinigen van verkeerde tendensen. Een ander, veel bekender slachtoffer was Shostakovitch en dan met name diens Vierde symfonie uit 1934. Bij Popov was het in het bijzonder de Eerste symfonie, ook uit 1934, die Zhdavovs toorn had gewekt. De componist had er van 1928 tot 1934 aan gewerkt.

Bij toeval blunderde ik tegen een paar Olympia cd’s uit medio jaren negentig v.e. aan. Of ze nog verkrijgbaar zijn? De Telarc schijf moet nog bestelbaar zijn. In tegenstelling tot enige jongere landgenoten die bij het regiem blijkbaar meer in de smaak vielen, overtuigt Popov nu alleen al op grond van zijn muzikale kwaliteiten, zijn status als slachtoffer verder helemaal buiten beschouwing gelaten.

Hij beschikte over een nogal rusteloze inventieve geest en werd blijkbaar mee geïnspireerd door onverwachte muzikale ontmoetingen die niet binnen de Sovjet standaard pasten. Maar Popov ging zijn eigen weg en was nooit tevreden met simpele oplossingen en recycling van materiaal. Hij had hooguit wat bondiger mogen zijn. De latere symfonieën, alle met brave suggestieve ondertitels, uit de jaren 1943-1970 bleken duidelijk meer aan de heersende Sovjetnormen te voldoen en zijn dus feitelijk wat minder interessant. Dat geldt ook voor de Orkestsuite nr. 1 uit 1956: een compilatie uit de filmmuziek bij De Komsomol is de baas bij de elektrificatie uit 1956.

Nee, het is dus vooral de Eerste, die vrijwel gelijktijdig met Shostakovitch’ Vierde ontstond en die destijds werd verboden, welke vooral de aandacht vraagt. Wonderen van klank mag men van de oude Olympia opnamen niet verwachten, maar uitgerekend de Telarc versie klinkt uitstekend.