Prokoviev: Romeo en Julia op. 64. Londens symfonie orkest o.l.v. Valery Gergiev. LSO 0682 (2 cd’s, 2u 18’58”). 2008
Door de jaren heen heeft het LSO zich doen kennen als een heel plooibaar, hoogwaardig instrument. Sinds hij dit werk voor Philips met zijn Kirov orkest heel succesvol opnam (464.726-2) en ook zonder dat kunnen verachten dat Gergiev iets bijzonders, een feest kan maken van dit werk met zijn aanstekelijke tik-tak ritmen, is eigenlijk de vraag alleen: in hoeverre liet hij het inzepen van het orkest aan een onderknuppel over, in hoeverre zette hij de puntjes op de i of verrichtte hij de hele klus. En, van wezenlijk belang: hoe goed slaagde de opname. De logo’s Super Audio en DSD alleen zijn geen garantie voor een topproductie.
De zaal van het Barbican Centre werkt akoestisch mee bij deze live opname die mogelijk voor extra spanning zorgt en het publiek is letterlijk en figuurlijk op afstand gehouden, zelfs het slotapplaus is weggelaten.
Het Londense orkest speelt in het grootste deel van het werk met een nuttige felheid en abrupte ritmen, elders het de gevraagde lieflijkheid. Langzame delen klinken soms wat extra vertraagd, maar even spannend. Gergiev zorgt hier en daar voor een duidelijk persoonlijk stempel, zoals in de Gavotte maar doet verder het werk volkomen recht.
Voor de omstandigheden waaronder bij de opname werd gewerkt is hij heel goed geslaagd. Mooie dynamiek, goede stereospreiding. Alleen de transparantie had wat beter gekund.
Een duidelijke ‘winnaar’ aanwijzen onder de beschikbare opnamen is haast onmogelijk. Een miskoop is met geen van hen mogelijk. Die overigen zijn behalve de bovengenoemde oudere opname van Gergiev uit 1990 de versies van Maazel (Decca 452.970-2) uit 1972 en die van Previn (EMI 967.701-2) uit 1973.