CD Recensies

PROKOFIEV: FLUITSONATE, PAHUD

Prokofiev: Fluitsonate in D op. 94; Debussy: Syrinx; “Biliti” (arr. Karl Lenski); Ravel: Chansons de madécasse. Emmanuel Pahud (fl), Stephen Kovacevich (p), Katarina Karnéus (ms) en Truls Mørk (vc). EMI 556.982-2 (61’13”). 1999

 

De hoofdschotel van dit fluitrecital wordt gevormd door de voor zijn doel heel zonnige en onbekommerde Sonate van Prokofiev uit 1943. Het werk is identiek met de vioolsonate op. 94a die de componist in 1944 publiceerde. Het werk is in essentie licht en vlot. Van beide vertolkers legt Pahud wat meer dramatisch contrast in zijn virtuoze, maar soms wat gladde spel, terwijl Bezaly, zijn belangrijkste rivaal (BIS SACD 1429) uitdagender, briljanter klinkt. Op haar best is ze te horen in het scherzo, een presto dat ze in 4’33”afrondt, terwijl Pahud er een halve minuut langer over doet. Knap klinken haar naar boven gerichte glissandi en het middengedeelte geeft ze iets exotisch mee, waar Pahud niet in die mate aan toekomt.

Het fluitspel van Pahud komt daarentegen wel volledig tot zijn recht in de betoverende solo van Debussy’s Syrinx. Karl Lenski bewerkte zes van de twaalf Chansons de Bilitis voor fluit en piano. Menigeen zal de oorspronkelijk bedoelde vrouwenstem – bijvoorbeeld van Véronique Gens (Virgin 545.360-2), hoe fraai ook -  hier niet missen. Ook hier treft de fluitist op heel subtiele en verbeeldingsvolle wijze de juiste sfeer. Als kort intermezzo speelt Kovacevich La plus que lente bij wijze van milde overgang naar Ravels 3 Chansons madécasses, waarin we gelukkig wel de essentiële zangstem horen. De hoofdrol is evenwel feitelijk opnieuw voor de fluitist die eens temeer veel gevoel voor karakter en sfeer zorgt. Op homogene wijze dragen de zangeres en de cellist hieraan hun pakkende aandeel bij. Karnéus kan heel dramatisch uit de hoek komen, maar is verder ook gevoelig met haar heldere stem en haar duidelijke uitspraak. Voor Prokofiev blijft de voorkeur uitgaan naar Bezaly, maar de rest van het EMI programma slaagde uitstekend en is interessant genoeg.