CD Recensies

PONCHIELLI: GIOCONDA, LA

 

Ponchielli: La Gioconda. Maria Callas, Fiorenza Cossotto, Pier Miranda Ferraro, Piero Cappuccilli, Ivo Vinco, Irene Companeesz, Renoto Ercolani e.a. met het Ensemble van La Scala Kilaan o.l.v. Antonio Votto. EMI 556.291-2 (3 cd’s, 2u 47’). 1959

 

Ponchielli: La Gioconda. Violeta Urmana, Placido Domingo, Luciana d’Intino, Elisabetta Florillo, Roberto Scandiuzzi, Lado Ataneli e.a. met koor en orkest van de Münchense omroep o.l.v. Marcello Viotti. EMI 557.451-1 (3 cd’s, 2u 58’). 2003

 

De ‘Urendans’, Danza delle ore is zo ongeveer het enige (ballet) fragment uit deze opera uit 1876 dat nog wel wordt uitgevoerd. Ponchielli’s oude ijzervreter op het operatoneel heeft de afgelopen decennia nogal een slechte pers gehad wat enigszins vreemd lijkt omdat het werk een overdaad aan melodiek heeft, meteen een duidelijk voorgevoel wekt van het trieste lot van Gioconda en uitblinkt in het gestalte geeft aan de sensuele relatie tussen Laura en Enzo.

Maar het werk moet wel de ruimte krijgen in een grootschalige vertolking. Die krijgt het bij de merkwaardig genoeg in 1959 nog in mono geregistreerde uitvoering in n de Scala. Callas was optimaal bij stem en het kon best aan haar worden overgelaten en ze acteert als steeds voortreffelijk met haar stem, mogelijk wel gesteund door de trauma’s uit haar eigen leven rond 1959.

De Enzo van Ferraro is krachtig in alle opzichten (ook in decibels dus), Cossotto is een vitale, verleidelijke Laura, Cappuccilli een sinistere, dreigende Barnaba en Vinco een onverstoorbare Alvise. Votto straalt met koor en orkest energie uit; de opnamekwaliteit kan er nog redelijk mee door.

De latere EMI opname uit München klinkt beter en heeft ook een heel goede bezetting. De aandacht zal hier vooral uitgaan naar de 61-jarige Domingo die nog vol glans en overtuigingskracht zingt als Enzo. Beluister hem in de beroemde aria ‘Cielo e mar’. In de titelrol horen we Urmana die niet het temperament van Callas heeft en die niet langer als mezzo, maar als sopraan geldt. Ze zingt erg fraai en zeker en schittert in ‘Suicido’. Bij de rest van de bezetting vallen vooral positief de Lsaura van d’Intino en Fiorillo als La cieca op; Atanali is een mooi complotterende Barnaba, maar blijft wel wat achter bij Cappuccilli. Viotti vult het orkestaandeel  kernachtig in.

De keuze gaat nu tussen de bijzondere Callas op de oudere EMI opname en de mooiere opname van de nieuwere.