Puccini: La fanciulla del West. Carol Neblett (s), Plácido Domingo (t), Sherrill Milnes (b), Francis Egerton (t), Robert Lloyd (bs), Gwynne Howell (bs), Paul Hudson (bs) en Anne Wilkens (s) met het Ensemble van Covent Garden, Londen o.l.v. Zubin Mehta. DG 419.640-2, 474.840-2 (2 cd’s, 2u 09’21”). 1977
Puccini: La fanciulla del West. Renata Tebaldi, Mario del Monaco (t), Cornell MacNeil (b), Piero de Palma (t), Giorgio Giorgetti (bs) en Enzo Guagni (bs) met koor en orkest van de Accademia di Santa Cecilia, Rome o.l.v. Franco Capuana. Decca 421.595-2 (2 cd’s, 2u13’11”). 1958
In La fanciulla del West ofwel The girl from the Golden West uit 1910 neemt Puccini ons mee naar het Wilde Westen waar Minnie als eigenares van een saloon-bar moedertje speelt over een heel gezelschap goudzoekers. Ze wordt bemind door de bandiet Rammerez die zichzelf Dick Johnson noemt, maar ook door de sherrif, Jack Rance die op jacht is naar Ramerrez. Minnie houdt ook van Johnson en ze redt hem uit de klauwen van de sheriff in een melodramatische scène.
De partituur zit vol sfeervolle trekken en zit even naadloos in elkaar als de beste andere opera’s van Puccini. Het werk werd passend voor het eerst in de New Yorkse Met vertoond met een droombezetting, bestaande uit Emmy Destinn, Caruso en Pasquale Amato.
Maar ook de bezettingen van deze opnamen mag er wezen. Op DG zijn de zangers vertrouwd met hun rollen die ze in de jaren zeventig in Londen zongen; hun aandeel klinkt dan ook als in een ‘live’ uitvoering. De Amerikaanse sopraan Carol Nebletts stem en pose waren ideaal voor de rol van Minnie met eerst al haar zorgeloosheid in de eerste akte en dat in de uiting voor haar liefde voor Johnson in de tweede. Die rol is in goede handen bij Domingo, robuust, met de nodige nerveuze energie zingend. Milnes is een ruige, pittige Rance en Mehta dirigeert met veel panache.
De oudere Decca opname is ook nog altijd interessant omdat Renata Tebaldi een van haar meest inlevende, warmhartige rollen zingt en Mario del Monaco de heroïsche kwaliteiten van zijn tem mooi exploiteert. Cornell MacNeil had schurkachtiger mogen klinken, maar zingt wel heel precies en Jake Wallace als gouddelver zingt een van de mooiste keren het lied ‘Che faranno i vecchi miei’. Capuana toont zich een gedecideerde en effectieve dirigent.