Paisiello: Pianoconcerten nr. 1 in C, 3 in A en 5 in D. Francesco Piovano met het Campania kamerokest o.l.v. Luigi Piovano. Naxos 8.572065 (49’44”). 2007
Paisiello: Pianoconcerten nr. 1 in C, 7 in A en 8 in C. Mariaclara Monetti met het Engels kamerorkest o.l.v. Stephanie Gonley. ASV CD DCA 873 (65’07”). 1993
Giovanni Paisiello (1740-1816) is haast meer bekend door zijn opera’s – hij schreef o.a. ook een Barbiere di Siviglia en Nina, o sia la pazza per amore (Bonynge, Nuova Era 687273) – dan met zijn concertante muziek.
Het waren dan ook die opera’s die hem internationale roem brachten. Ze maakten hem ook populair aan verschillende vorstelijke hoven. Zo schreef hij zijn beide eerste pianoconcerten voor prominente Russische dames terwijl de andere ontstonden voor een prinses die later koningin van Spanje zou worden.
De wisselende kwaliteit van deze werken weerspiegelt Paisiello’s opvatting over de beperkte pianotechnische capaciteiten van zijn aristocratische mecenaat. Concert nr. 2 voor de groothertogin Maria Feodorovna is een duidelijk lichtgewicht stuk. Concert nr. 1 was bedoeld voor een hofdame van Catharina de Grote en is een stuk substantiëler met een robuust eerste deel en een expressief largo. De finale is dan weer van een ontwapenende eenvoud.
De Spaanse concerten zijn over het geheel van hogere kwaliteit. Het eerste deel van nr. 3 biedt de gelegenheid voor enig pianistisch vertoon, maar de finale van het vierde concert is overeenkomstig de toonaard g-klein heeft een nogal dramatische inslag. Wat andere momenten die opvallen: de om versiering smekende langzame delen van de overige concerten met hun lyrische cantilenen; enig pathos is hier niet misplaatst.
Het hoogtepunt uit de reeks wordt gevormd door het achtste en laatste concert met een gedurfd eerste deel, een sereen andantino en een Mozartiaanse gracieuze finale.
Pietro Spada speelde de 8 concerten ooit op Arts 47120/1-2, maar voor de meeste liefhebbers zal een selectie voldoende zijn. In dat geval voldoet de goedkope Naxos uitgave geheel aan hoge verwachtingen, alleen mist men dan nr. 8, een werk dat Monetti wel meenam.