CD Recensies

PAGANINI: VIOOLCONCERTEN NR. 1-6

Paganini: Vioolconcerten nr. 1-6. Salvatore Accardo met het Londens filharmonisch orkest o.l.v. Charles Dutoit. DG 437.210-2 (3 cd’s, 3u. 41’04”). 1974/5

 

Paganini: Vioolconcerten nr. 1 in Es op. 6 en 2 in b op. 7. Ilya Kater met het Pools nationaal omroeporkest o.l.v. Stephen Gunzenhauser. Naxos 8.550649 (78’44”). 1992

 

Met de Genueese duiivelsviolist Paganini hield de magie zin entree in de vioolwereld. De naam van Paganini was identiek met die van een supervirtuoos en hij bracht zijn tijdgenoten zeker voor de toenmalige verhoudingen verbluffend spel. Op dat gebied is in een paar eeuwen het nodige veranderd en of de Italiaan zich nu nog zou kunnen meten met de grootste huidige vioolvirtuozen is nog maar de vraag.

Van zijn zes vioolconcerten worden eigenlijk alleen de eerste twee nog regelmatig gespeeld. Nummer 1 en 2 met ‘La campanella’ zijn daarvan het ongekunsteldste en genietbaarste; de werken ontstonden in 1817/8 toen de componist alleen nog in Italië was. De muzikale kwaliteit, de intrinsieke waarde van deze werken neemt in het resterende viertal geleidelijk af. 

Net als veel pianoconcerten uit die tijd – denk aan Hummel – was de invloed die de Italiaanse opera en dan zeker die van Rossini en in mindere mate die van Bellini op instrumentale en concertante muziek had groot.

Hoog liggende akkoorden, ‘ricochet’ gedoe met de strijkstok, briljante loopjes, spiccato: alle technische foefjes traden op de voorgrond. 

Ondanks de geleidelijk afnemende kwaliteit en waarde kan het toch de moeite waard zijn om alle zes de concerten bij de hand te hebben. De enige die de volledige reeks vastlegde is Salvatore Accardo en hij maakt er het best mogelijke van dus meer hoeft ook niet te worden verlangd.

Wie genoeg heeft aan het eerste tweetal kan mooi terecht bij de Russische virtuoos Ilya Kaler, een leerling van Leonid Kogan. Hij heeft niet de minste moeite met de gevraagde solistische pyrotechniek en de begeleiding is gelukkig ook heel inspirerend en ad rem.