Penderecki: Lukaspassie. Izabella Klosinska (s), Adam Kruszewski (b), Romuald Tesarowicz (bs), Krzystof Kolberger (t) met het Warschau’s jongenskoor –nationaal filharmonisch koor en –orkest o.l.v. Antoni Wit. Naxos 8.557149 (76’08”). 2002
DeSint Lukas Passie voor drie solostemmen, verteller (evangelist), drie gemengde koren, jongenskoor en orkest was in zijn ontstaanstijd (1962-1966) het meest ambitieuze werk van Penderecki. Het eerste en meest geconcentreerde gedeelte daaruit is een Stabat Mater voor a cappella koor; het wordt vaak als afzonderlijk werk uitgevoerd. Het gaat om een opdrachtwerk ter gelegenheid van het 700-jarig bestaan van de kathedraal van Münster.
Volgend op het extreme expressionisme van de vroege garen ’60 markeert deze Passie een synthese van avant-garde technieken met de grote Westerse koortraditie van het Gregoriaans, Palestrina en Bach.
In het werk worden kantige dissonanten en sommige onconventionele, maar best dramatische effect (zoals geluiden van een volksmassa) gecombineerd met heel stichtelijk godsdienstige stemmingsbeelden; het passieverhaal wordt zo met enige autoriteit verhaald.
Vroeger was er een opname met de componist zelf als dirigent (Argo 430.328-2) die een ideaalbeeld van het werk gaf, maar gelukkig zijn ook op Naxos de majestueuze soli in goede echt Poolse handen en laat de opname het werk in volle glans tot zijn recht komen.