CD Recensies

PENDERECKI: SYMFONIEËN NR. 1-8

Penderecki: Symfonieën nr. 1 en 5. Pools nationaal omroeporkest Katowicze o.l.v. Antoni Wit. Naxos 8.554567 (68’03”). 1999

 

Penderecki: Symfonieën nr. 2 en 4. Pools nationaal omroeporkest Katowicze o.l.v. Antoni Wit. Naxos 8.554492 (65’06”). 1999

 

Penderecki: Symfonie nr. 3; Klaagzang voor de slachtoffers van Hiroshima; Fluorescences; De natura sonoris 2. Pools nationaal omroeporkest Katowicze o.l.v. Antoni Wit. Naxos 8.554491 (77’20”). 1998

 

Penderecki: Symfonie nr. 7 Zeven poorten van Jerusalem. Bozena Harasimovicz (s), Izabella Klosinska (s), Jadwiga Rappé (a), Wieslaw Ochman (t) met het Warschau nationaal filharmonisch orkest en –koor o.l.v. Kazimierz Kord. Wergo WER 6647-2 (58’24”). 1999

 

Penderecki: Symfonie nr. 8 Lieder der Vergänglichkeit; Dies irae; Uit de psalmen Davids. Michaela Kaune (s), Agnieszka Rehlis (ms), Wojtek Drabowicz (b) e.a. c.q. Anna Lubanska (ms), Ryszard Minkiewicz (t), Jaroslàw Brek (bs) met het Warschau nationaal filharmonisch orkest en –koor o.l.v. Antoni Wit. Naxos 8.570450 (72’35”). 2006 

 

Penderecki heeft altijd beweerd dat hij vooral symfonicus is. De verschijning van zijn symfonie nr. 1 in 1973 (nogal merkwaardig op de bestelling van Perkins Motors uit Peterborough) veroorzaakte verraste reacties, hoewel de passende mechanistische en vaak expressionistische klankwereld van het werk herkenbaar bij de componist en zijn eerdere werk paste ondanks de mooie structuur in sonatevorm.

Pas de Tweede symfonie (1980) was echt verrassend: “Het is het meest romantische werk dat ik ooit schreef”, beweerde Penderecki. “Hele bladzijden uit het handboek ‘Hoe schrijf ik een symfonie’, hoofdstukken over Bruckner en Mahler” beweerde een kwaadwillende criticus. Het werk bezit zeker een Bruckneriaanse waardigheid en heeft iets van diens tred door het gebruik van simpele motieven als bouwstenen, inclusief het Kerstliedje ‘Stille nacht’. Vandaar de bijnaam Kerstsymfonie

Symfonie nr. 4 (1989) begon als een adagio, groeide uit tot ruim een half uur, waarna de componist besloot dat het werk als zodanig best voor een symfonie kon doorgaan. Ook hier is sprake van een romantisch stuk met Tristaneske trekken in de harmonieën zonder meer.

Merkwaardig genoeg is niets bekend van de symfonie nr. 6 (1995); Vermoed wordt dat het werk nog niet af is en geen wonder dus dat er ook geen opname van bestaat.

Pas na de eerste uitvoering van Zeven poorten van Jeruzalem besloot Penderecki dit werk dat diende voor de viering van het derde millennium van de stad Jeruzalem in 1996 om dit werk als symfonie in te lijven. Het gaat om een uitgebreide zevendelige cantate met Hebreeuwse psalmzettingen. De kolossale krachten die hiervoor zijn ingezet worden meesterlijk behandeld. Het symfonische element van het geheel is duidelijk; het getal zeven wordt haast obsessief gebruikt niet in het minst in thema’s van zeven noten lengte.

Het werk begint meteen pakkend met psalm 48, terwijl het langste deel, nr. 5 Lauda Zion (psalm 147) een scherzo is dat met pauken en ander slagwerk wordt ingeleid. Het gaat hier om de climax van deze compositie, middenin onderbroken door het zesde deel als declamatie van woorden uit het boek Ezekiel met woorden van God, kenmerkend met een solo van de bastrompet. Een triomfantelijke psalm 48 rondt het stuk af. 

Alle bewondering voor het geweldige team van Wit dat zo’n hechte, doorleefde vertolking op zeer hoog niveau verzorgt.

Ook de symfonie nr. 8 is weer een koorsymfonie, ditmaal in twaalf vrij korte delen op teksten van negentiende en twintigste eeuwse Duitse dichters als Eichendorff, Rilke, Kraus, Hesse, von Arnim en zelfs Goethe. Heel mooi van rijke klanken voorzien. Ook Kord en de zijnen zorgen in dit geval voor een optimale verklanking.