CD Recensies

POULENC: ORGELCONCERT; KLAVECIMBELCONCERT E.A.

Poulenc: Concert voor orgel, pauken en strijkorkest in g FP 93; Pianoconcert FP. 146; Concert voor 2 piano’s en orkest in d FP. 61. Resp. Peter Hurford (o), Pascal Rogé en Sylvianne Deferne met het Philharmonia orkest o.l.v. Charles Dutoit. Decca 436.546-2 (60’19”). 1992

 

Poulenc: Concert voor orgel, pauken en strijkorkest in g FP 93; Klavecimbelconcert in D FP. 49, Concert champêtre; Concert voor 2 piano’s en orkest in d FP. 61. Resp. Hansjörg Albrecht (o), Peter Koffer (klav.) en Yaara Tal met Andreas Groethuysen (p) en het Bach Collegium, München o.l.v. Hansjörg Albrecht. Oehms OC 637 (67’10”). 2009

 

Poulenc was een zeer begaafde pianist en alle vier de concerten die hij schreef zijn voor toetsinstrumenten. Te beginnen met het klavecimbelconcert, dat beter bekend is als het Concert champêtre en dat hij in 1928 voor Wanda Landowska schreef. Hoewel het werk is geïnspireerd door Stravinsky’s Concert voor piano en blazers, is Poulencs werk met een eigen neoklassieke variant een oppervlakkiger affaire, meer bewust van een achttiende eeuwse sfeer dan van een structurele samenhang.

Succesvoller is het Concert voor 2 piano’s uit 1932 waarin Poulencs ongegeneerde eclecticisme de vrije teugel heeft. Heel veel vriendelijke liefde wordt betuigd aan de klassieke voorouders met een belangrijk brok Mozart in het langzame deel, maar dat alles wordt steeds ondermijnd door een heerlijke mix aan dolle potsenmakerij, spottende heroïek en Raveliaanse exotiek. Alle drie samen in het tintelende eerste deel.

Zes jaar later, nadat de componist was teruggekeerd in de schoot van zijn moederkerk, schreef Poulenc een orgelconcert, dat hij omschreef als bestaande “op de grens van mijn religieuze muziek”. Het is een vrij grandioos en serieus werk dat ver en wijd reikt in de benutting van de de schier eindeloze sonoriteiten die het orgel bezit.

De geest van Bach domineert (vooral diens Fantasie in g), maar er is eveneens sprake van een overdaad aan heel wisselende stemmingen: meditatief, melodramatisch en zelfs speels. Dat alles binnen één en hetzelfde deel.

Poulencs laatste concert is voor één piano. Het werd in 1949 geschreven voor het Boston symfonie orkest en minder scherp gericht als het Concert voor 2 piano’s. Het bekende element van de pastiche (een Mahleriaans tweede deel) is wat verdwenen.

Pascal Rogé is heel goed thuis in dit repertoire en zijn geestige spel zorgt voor een goed pleidooi van het soloconcert. Zij partner Sylviane Deferne voegt zich n dezelfde geest bij hem in het onstuimige dubbelconcert waarin het Philharmonia orkest zorgt voor een lichtvoetige begeleiding. In het in de St. Alban’s abbey opgenomen orgelconcert doet Peter Hurford er alles aan om de caleidoscopische aard van het orgelconcert tot zijn recht te laten komen.

Maar ook Hansjörg Albrecht in de dubbelrol van organist en dirigent is niet te versmaden en het hechte pianoduo Tal/Gruithuysen maakt wat heel bijzonders van het dubbelconcert. Echt barok klinkt het Concert champêtre met de fijnzinnige Peter Koffer.