Prokofiev: Symfonie nr. 1 in D op. 25 Klassieke en 5 in Bes op.100. Berlijns filharmonisch orkest o.l.v. Herbert von Karajan. DG 423.216-2 (57’41”). 1969
Prokofiev: Symfonie nr. 5 in Bes op. 100; Bartók: Concert voor orkest. Cleveland orkest o.l.v. George Szell. Sony MHK 63124 (73’34”). 1959, 1965
Prokofiev: Symfonie nr. 5 in Bes op. 100. Leningrad filharmonisch orkest o.l.v. Mariss Jansons. Chandos CHAN 8576 (38’14”). 1987
Na de vlotte, luchtige Symfonie nr. 1 is de heroïsche Symfonie nr. 5 (1944) het populairst van Prokofievs zevental. Hij begon aan het werk toen het eind van W.O. II in zicht was en beweerde dat het werk was opgezet als “een symfonie over de grootheid van de menselijke geest, een loflied op de vrije en gelukkige mensheid”.
Dat is natuurlijk typische Sovjet taal en de muziek laat een veel grotere ambitie horen. Het eerste deel is een groots Sovjet epos waarin wordt opgeroepen voor een meedogenloze strijd. Dan volgt een duister satirisch scherzo en na een klagend langzaam deel dat is gebaseerd op een thema voor de verder niet gebruikte filmmuziek bij Schoppenkoningin worden in de finale alle illusies van een vreugdeviering teniet gedaan.
Bij de première in Moskou op 13 januari 1945 kondigden kanonsalvo’s daar de terugtrekking van de Duitse troepen aan, wat glans toevoegde aan de legende van onuitblusbare heldhaftigheid. Het hielp om de symfonie bekend en geliefd te maken in de USSR en elders.
De versie van Karajan heeft een klassieke status: een grote, grootse greep en een volbloedige, prachtig klinkende realisatie. Die is ook gekoppeld aan een minder optimale Sacre verkrijgbaar op DG 463.613-2.
Enig nadeel van de fraai klinkende Chandos opname van Jansons is de korte speelduur door het ontbreken van een aanvulling. Maar de lezing is heel temperamentvol, soms bijna wat geforceerd, maar met prachtig, echt Russisch orkestspel.
Een fenomenale articulatie kenmerkt de uitvoering van Szell in een pakkende meer gelaagde opzet.