Purcell: Ode for St. Cecilia’s day: ‘Hail, bright Cecilia’. Gabrieli consort and players o.l.v. Paul McCreesh. Archiv 445.882-2 (70’15”). 1994
Hoewel de tekst van Nicholas Brady voor ‘Hail, bright Cecilia’ van matige kwaliteit is, blijkt de muziek van Purcell hierbij heel verbeeldingsvol. Dat moet veel hebben bijgedragen aan het succes van het werk. In dit geval was dat zo groot dat bij de eerste uitvoering het werk in zijn geheel moest worden herhaald.
De ode is gezet voor een groot ensemble – een orkest bestaande uit strijkers, blokfluiten, hobo’s, trompetten en pauken, zes solisten en een zesstemmig koor. Het begint met een orkestrale sinfonia waarna zich een gevarieerde reeks soli, ensembles en koren ontvouwt. De fraaiste momenten zijn gereserveerd voor de wat speculatieve gedeelten van de tekst, zoals de fraaie solo ‘Tis nature’s voice’ waarin wordt beschreven welke emotionele invloed muziek op de mens uitoefent. Dit fragment is geschreven voor een hoge mannenstem in de vorm van een vrijzwevende, erg versierde declamatie en werd mogelijk door Purcell zelf uitgevoerd tijdens de première. Dan volgt het stimulerende koor ‘Soul of the world’ waarin het gesplitste koor dat de ‘scatter’d atoms’ uitbeeldt gepaard gaat met een brede, nobele melodie die uitmondt in een fuga voordat alle stemmen samenkomen in een fuga op de tekst ‘perfect harmony’.
De daarop volgende vignetten van de individuele instrumenten – ‘the airy violin’, ‘the am’rous flute’ enzovoorts dienen voornamelijk om hun minderwaardigheid te laten horen zodat ‘wondrous machine’, het orgel waaraan St. Cecilia meestal is afgebeeld wordt beschreven in een heel mooi bassolo. Een slotkoor bundelt alle krachten in een groots eerbetoon aan de ‘Great patroness of us and harmony’.
Een volmaakte uitvoering van dit werk is lastig te realiseren, maar deze van McCreesh is uitstekend geslaagd. Dat is te danken aan de energieke aanpak vol elan die duidelijk maakt dat het hier om een feestelijk wek gaat. Tempi zijn aan de vlotte kant, zoals meestal bij McCreesh. De solisten die voortkomen uit het koor zijn goed en soms voortreffelijk. Het mooist van al is de bas Peter Harvey die passend theatraal en expressief zingt.