CD Recensies

PURCELL: ODES FOR QUEEN MARY

Purcell: Odes. ‘Now does the glorious day appear’ Z. 332; Ode for the birthday of queen Mary ‘Love’s goddess sure was blind’ Z. 331; Come, ye sons of art Z. 323. Julia Gooding (s), James Bowman (ct), Howard Crook (t), David Wilson-Johnson (bs), Michael George (bs) met Koor en orkest van de Age of musical enlightenment o.l.v. Gustav Leonhardt. Virgin 759.243-2 (64’58”). 1991

 

Voor elk van de zes verjaardagen tijdens de regering van koningin Mary componeerde Purcell een ode op een gedicht dat speciaal voor die gelegenheid werd geschreven. Het werden in stijl nogal contrasterende werken, waarvan er twee als meesterwerk kunnen gelden.

Het gaat om Charles Sedley’s nogal gekunstelde verzen voor ‘Love’s goddess sure was blind’ (1692) dat Purcell inspireerde tot een nogal treurig stuk  dat wordt gedomineerd door de solisten. Hoogtepunt is hier een gedeelte voor solo die is afgeleid van een Schotse ballade (lievelingsmuziek van de koningin) voor sopraan, maar deze ode eindigt met een echt magisch moment in een kwartet voor de solisten die een klacht in canonvorm uiten voor Mary’s onafwendbare dood.

‘Come yes ons of art’ (1694) is een grootsere, feestelijker aangelegenheid met een groot barokorkest, compleet met trompetten en pauken. De verzen, mogelijk van Nahum Tate, zijn wat grof en onmetrisch, maar zoals zo vaak bij Purcell, de muziek is briljant.

Zwakke plekken komen in deze ode niet voor; hij bestaat uit een prachtige reeks contrasterende soli en duetten waarvan het sprankelende ‘Sound the trumpet’ voor 2 alten het hoogtepunt is naast ‘Bid the virtues’ voor sopraansolo met een hobo obbligato.

Dat Leonhardt niet alleen in stijlvolle interpretaties van Duitse en Franse barokmuziek uitblonk, maar ook kan gelden als Purcell specialist van rang wordt hier aangetoond. Hij legde de nadruk op de ceremoniële kanten van deze stukken en doet dat in wat langzame tempi en vooral ook met prachtig orkestspel.