Pärt: Berliner Messe; Fratres; Summa; Cantus in memory of Benjamin Britten; Collage teemal B-A-C-H; Adagio. Russisch academie koor en de Moskouse virtuozen o.l.v. Vladimir Spivakov. Capriccio 67.079 (66’35”). 2003
Eén van de interessante aspecten van deze uitgave is dat een retrospectief beeld wordt gegeven van sommige ontwikkelingen in de componeerwijze van Pärt. Het is een terugblik van Adagio (1992), via de Berliner Messe (1990/2/7), Summa (1978), Fratres (1977), Cantus (1976) naar Collage (1964) wanneer men de afspeelvolgde der stukken zo kiest.
Gemeenschappelijke noemer is de reeks variabele technieken waarmee de specifieke tintinnabuli wijze zijn toegepast. De enige uitzondering is Cantus met zijn post-modernistische inslag à la Schnittke of Kurtág.
Maar het programma begint heel boeiend met het Adagio uit de pianosonate nr. 2 KV 280 van Mozart dat is bewerkt voor pianotrio. Spivakov koos voor de Berliner Messe de derde versie voor koor en strijkers; de eerste was voor vier stemmen en orgel. Maar nu komt alle oprechte ernst uit het stuk wel zo goed naar voren.
Van Fratres wordt de versie voor viool, slagwerk en strijkorkest gebruikt.
Net als bij het minimalisme van Adams heeft de componist hiervoor een lange weg afgelegd. Op de uitvoeringen en de opname valt niets negatiefs aan te merken. In tegendeel.