CD Recensies

PROKOFIEV: GOKKER, DE

Prokofiev: De gokker op. 24. Makvala Kasrashvili, Alexei Maslennikov, Galina Borissova, Larissa Avdeeva, Glafira Deomidova met het Ensemble van het Bolshoi theater o.l.v. Alexander Lazarev. Olympia OCD 162 (2 cd’s, 2u. 00’48”). 1982

Prokofiev: De gokker op. 24. Liubov Kazarnovskaya, Elena Obraztsova, Vladimir Galusin, Sergei Aleksashin, Nikolai Gassin met het Ensemble van het Kirov theater St.Petersburg o.l.v. Valery Gergiev. Philips 454.559-2 (2 cd’s, 1u. 54’45”). 1996

Het kan geen kwaad om voordat deze opera wordt beluisterd even het verhaal uit Dostojevsky’s novelle uit 1868 te lezen of samen te vatten: Alexei (t) is als privéleraar in dienst van een generaal (bs) en is zwaar verliefd op zijn leerling Polina (s), die daar niet serieus op in gaat. De generaal raakt in de financiële problemen en denkt met deelname aan de roulettetafel (in de stad Roulettenburg) zijn problemen te kunnen oplossen. Hij heeft weinig succes, maar denkt als alternatief te kunnen erven van de vermogende Babulenka (ms). Na afgetaling van zijn schulden hoopt hi te kunnen trouwen met de opportunistische mademoiselle Blanche (a). Als Baboesjka aan de roulette verschijnt, ook verliest, worden de problemen alleen maar groter.

Alexei, zelf ook een gokker, vormt als hoofdpersoon een deel van de intrige, maar is toch vooral ook verbaasde waarnemer. Als zijn liefde wordt afgewezen, zoekt hij zijn heil des te meer in het roulettespel en heeft geluk. Dat is het moment om met Blanche naar Parijs te vertrekken en als zijn geld op is berooid terug te keren, gedesillusioneerd, mislukt zoals het de ware looser betaamt.

Na het korte jeugdwerk Maddalena uit 1912 is De gokker (of De speler) uit 1916. Het lag niet aan de omstandigheden tijdens W.O. I dat het werk niet tot opvoering kwam. Tussen 1919 en 1921 werd verder geschaafd aan de opera terwijl de componist in de V.S. was, maar een succes werd het nooit. Toch is het goed dat we ermee kennis kunnen maken want er zijn wat bijzondere, dus ongewone kenmerken. Het gaat hier namelijk om zo’n typisch Russische dialoog opera waarin alles aankomt op verondersteld realisme en getrouwheid aan de tekst. Geen van de deelnemende figuren treedt even in lyrisch reflecterende aria’s buiten de handeling waardoor de psychologische duiding vooral aan het orkest wordt overgelaten.

Dat vraagt van de luisteraar dat hij zich overgeeft aan een minder bekende muziektraditie waarin de gangbare verwachtingen van een opera nauwelijks worden gehonoreerd maar het vergt ook een inleving in de typisch Russische ziel en de gokwereld die al dan niet symbolisch synoniem is met een obsessie voor zelfdestructie en de werking van het Noodlot (inderdaad met hoofdletter N). Voor wie eenmaal zo ver is, biedt deze opera een bijzondere belevenis.

Gergiev weet zijn vertrouwde, hechte ensemble te inspireren tot een geladen uitvoering en het hier zo belangrijke orkest speelt haast als bezeten. Het gevoel van dreigend noodlot wordt goed overgedragen en in de grote gokscène in de vierde akte wordt de spanning nog extra opgevoerd. Vladimir Galuzin toont karakter, uithoudingsvermogen en dramatische presence als Alexei en Sergei Alexashin is een gedegen generaal. De Polina van Ljuba Kazarnovskaya is misschien wat te gewoontjes, maar zodra Elena Obraztsova met een geweldige stem aantreedt als Babulenka is er werkelijk sprake van theatrale frisson en presence en loopt de interpretatie geloofwaardig en gesmeerd tot het einde.

Alleen al de opnamekwaliteit is een stuk beter dan bij de opgelapte zaalopname van de lezing door Lazarev.