CD Recensies

PERGOLESI: STABAT MATER E.A.: PROHASKA, FINK

Vivaldi: Sinfonia in b RV 169 Al santo sepolchro; Locatelli: Concerto a 4 in Es Il pianto d’Arianna; Pergolesi: Stabat Mater. Anna Prohaska en Bernarda Fink met de Akademie für alte Musik, Berlijn o.l.v. Bernhard Forck. Harmonia Mundi HMC 90.2072 (59’43”). 2009

 

Na de twee passende louter instrumentale werken ter inleiding volgt Pergolesi’s overbekende Stabat Mater (zijn Salve regina had er eigenlijk ook goed bijgepast) met zijn haast modern aandoende, bitterzoete harmonieën vol expressieve chromatiek. Vooral het begin is indringend met eerst violen en dan stemmen die met opeenvolgende dissonanten omhoogklimmen. 

Op andere plaatsen zou de muziek rechtstreeks uit de orkestbak van de opera in plaats van uit het schip van de kerk kunnen komen: de gevoelige sopraanaria’s ‘Cuius animam gementem’ en ‘Vidit suum dulcem natum’, de up-beat altsolo ‘Quae morebat’ met onbeklemtoonde ritmen en zangerige pulsen’ Al even zwierige muziek is er voor het duet ‘Inflammatus et accensus’ tegen het einde, wanneer de nadruk verschuift van Maria’s overpeinzingen naar oproepen aan alle christenen om haar verdriet te delen. 

De aria’s en duetten worden hier gekenmerkt door levendige woord- en sfeerschildering. Krassende violen suggereren het doorborende zwaard; een chromatisch dalende bas onder extreme stemsprongen benadrukt Christus ‘stervend en verloochend’.

In deze uitvoering geen gedoe met castraten of wat daar voor doorgaat, maar met prachtige vrouwenstemmen die hun vibrato weten te temperen en ook de gewenste vocale intensiteit mooi weten op te brengen. Anna Prohasha staat met haar stralend jonge stem tegenover de een meer tragische rol vervullende Bernarda Fink. Brille als contrast met doem.

Ook de begeleiding door een strijkersensemble met 8 violen, vier altviolen en één cello op darmsnaren spelend maakt een heel passende, genuanceerde indruk.

Natuurlijk bestaat al een groot aantal alternatieve opnamen van het Stabat Mater (zie de nodig te actualiseren Vergelijkende Discografie). Maar deze voegt zich zonder mitsen en maren bij de mooiste van Hogwood (Oiseau Lyre 425.692-2), Alessandrini (Opus 111 30406), King (Hyperion CDA 66294, Biondi (Virgin 363.340-2) en Rousset (met Scholl, Decca 466.134-2).