Quentin: Sonates voor 2 solo-instrumenten en b.c. op. 8 1/3, op. 4 1/3. Ensemble Quentin Le jeune. Et’cetera. KTC 1271 (73’16”). 2003
Jean-Baptiste Quentin, le jeune (1685 - ca. 1750) was ook zo’n typische Franse barokcomponist die al violist werkte aan de Parijse Académie royale (de latere Opéra) en die een vrij omvangrijk kamermuziekoeuvre naliet. Verder is vrij weinig over hem bekend, zoals zijn geboorte- en sterfjaar kennen we niet precies. In zijn werken gaat het voornamelijk om Sonates à quatré parties zoals de hier opgenomen zes Triosonates voor 2 violen en b.c. uit op. 4 en 8, waarvoor als alternatief ook fluiten mogen worden gebruikt. In 1724 werden zijn eerste werken gepubliceerd.
Wanneer we naar deze composities luisteren, valt een zekere verwantschap op het de Parijse kwartetten van Telemann omdat het om een vermenging van Franse en Italiaanse stijl (goûts réunis) gaat. Dat Quent in goed het contrapunt beheerste, wordt ook gauw duidelijk; he klavecimbel speelt duidelijk een dragende rol.
De briljante spelers van het Ensemble Quentin Le jeune, Jean-Christophe Lamacque en Agnès Lamacque (v), Carole Arrive (vc) en Françoise Depersin (kl) laten deze muzikale conversaties in alle glans opbloeien.