Rihm: Deus passus. Juliane Banse (s), Iris Vermillion (ms), Cornelia Kallisch (a), Christoph Prégardien (t), Andreas Schmidt (b) met de Gächinger Kantorei en het Bach Collegium Stuttgart o.l.v. Helmuth Rilling. Hänssler 98397 (2 cd’s, 1u. 30’12”). 2000
Deus passus (de lijdende God) was een van de vier passie toonzettingen waarvoor vier componisten opdracht kregen van de internationale Bachacademie in Stuttgart vanwege de tweehonderdvijftigste sterfdag van Bach in zijn navolging in 2000. Rihm gaf zijn werk de ondertitel ‘Fragmenten van een Lukas Passie’ en gebruikte een deel van de oorspronkelijke evangelietekst in combinatie met woorden uit bronnen als Tenebrae van Paul Celan, de afsluitende tekst over de verschrikkingen van de holocaust. De keuze van Lukas was welbewust omdat diens evangelie volgens hem het minst antisemitisch is. Ook passages uit de rooms katholieke liturgie zijn verwerkt.
In de mythische verbeelding is de lijdende god een tijdloos archetype dat zich op heel verschillende manieren heeft gepresenteerd: van de lijdende Osiris uit Egyptische grafteksten tot de vadermoord uit Freuds psychoanalyse
Het is een somber, compact werk geworden waarmee Rihm zich stevig in de Duitse traditie heeft geplaatst, een traditie die loopt via Berg, Mahler en Brahms naar Bach zelf.
De opname werd gemaakt tijdens de première en beschikt over een hoogwaardige bezetting die vol overgave zingt. Rilling zorgt ervoor dat de orkestrale structuren worden verhelderd en behoedt ze zo voor het al te donker en somber worden. Nu klinkt de muziek donker gepolijst; de nogal langzaam verlopende muziek krijgt een oplopend verwoestend effect.