CD Recensies

RAVEL: ENFANT ET LES SORTILÈGES, L'; SHÉHÉRAZADE L' E.A., OZAWA

Ravel; L’enfant et les sortilèges M. 71; Shéhérazade M. 41; ‘Alborada del gracioso’ uit Miroirs M. 43. Isabel Leonard ms, l’enfant), Yvonne Naef (ms. Maman, la tasse, chinoise, la libellule),Paul Gay (bas, la fauteuil, l’arbre), Anna Cristy (s, le feu, la princesse, le rossignol), Marie Lenormand (ms, la chatte, l’ecureuil), Elliot Madore (b, l’horloge comtoise, le chat), Jean-Paul Fouchécourt (t, le thélère, le petit vieillard, la rainette), Kanae Fujitani (s, la bergère, la chauve-souris), c.q. Susan Graham (ms) met het SKF Matsumoto koor en –kinderkoor en het Saito Kinen orkest o.l.v. Seiji Ozawa. Decca 478.6760 (69’09”). 2009, 2013

 

Ravel was geobsedeerd door het genre opera, maar toch zijn er van de meer dan een dozijn projecten die hij overwoog maar twee eenakters uit voortgekomen: L’heure espagnole, voor het eerst in 1911 opgevoerd en L’enfant et les sortilèges, een werk dat in 1925 in Monte Carlo in première ging. Zelfs dit tweede werk was bijna gestrand toen het door de music-hall ster en romanschrijster Colette geschreven libretto, op de gok naar Rvel in de loopgraven van Verdun gestuurd, vermist raakte. Na W.O. I kreeg hij gelukkig een nieuwe tekst en ging hij meteen aan de slag, zo overdonderd was hij door de (onmogelijke) mogelijkheden van het libretto. Toch voltooide hij het werk pas in 1924.

Colette’s verhaal gaat over een stout kind dat van zijn moeder huiswerk moet maken en dat alleen maar ondeugend is en een grote rommel maakt in zijn kamer. Terwijl hij tekeergaat, komen de voorwerpen in die kamer tot leven: de staande klok, de theepot, de fauteuil, het haardvuur en zelfs het behang. Het jochie ontsnapt uit die bedreigende omgeving naar de maanverlichte tuin waar hij door een aantal dieren en een boom wordt bestraft voor zijn misstappen. In het ontstane tumult raakt een eekhoorn gewond en legt het kind een verband aan. Als de dieren zijn berouw zien, vergeven ze hem en op dat moment komt maman naar buiten en wordt alles weer goed.

De weergave van de kindertijd en een bijzonder thema als de moederliefde inspireerde Ravel tot een van zijn betoverendste werken. De pastiche van een Amerikaanse musical comedy wordt gecombineerd met een sfeerschildering van grote oorspronkelijkheid.

De voorlopig nieuwste opname betreft een tijdens het Masumoto Festival gemaakte opname – gelukkig met minimale stoorgeluiden - van een uitvoering die nu ter gelegenheid van de tachtigste verjaardag van Seiji Ozawa is uitgebracht. Door zijn studie bij Monteux en Munch is de dirigent heel goed thuis in de Franse muziek en dat is hoorbaar in zijn precieze, verfijnde aanpak. 

De solisten, meest met dubbelrollen, lijken een heterogeen team met niet al te veel Franse inslag, maar ze voldoen eigenlijk allen erg goed. Paul Gay en Elliot Madore kenden we al uit de voorstelling in Glyndebourne. Als kind is Isabel Leonard gelukkig nooit te quasi verlegen; ze toont met haar fraaie mezzo de geleidelijke ontwikkeling van rotjochie via een zich geleidelijk ontwikkelend medegevoel tot de verlatenheid aan het eind en ook de anderen zorgen zorgvuldig dat ze niet karikaturaal klinken. De schaapherders en herderinnetjes maken een passend bekoorlijke indruk. Met haar verbluffende coloraturen geeft Anna Christy het haardvuur een dreigend karakter, als prinses zingt ze een mooie klaagzang. De beide katten miauwen aandoenlijker en zorgvuldiger dan in Rossini’s kattenduet mogelijk zou zijn.

Dit alles, deze als geheel zeer goed gelukte presentatie  kan zo onder de invloed van de dirigent zijn ontstaan; hij zorgt voor een lichte toets in de geestige passages en die de pathetische ogenblikken elegant afwikkelt.

De orkestliederencyclus Shéhérazade die Susan Graham in 2004 al met het BBC symfonie orkest onder Yan Pascal Tortelier succesvol opnam (Warner 2564-61938-2) werd nu tijdens het Matsumoto Festival in 2009 nogmaals vastgelegd.

Met een fraai de caleidoscopische orkesttimbres oppoetsende Ozawa als steun brengt Graham de aanzwellende emoties van ‘Asie’ tot een imposante climax en tempert ze haar steeds expressieve voordracht in beide volgende liederen. Maar weinigen waren in staat om de melancholie van ‘L’indifférant’ beter over te brengen. Ze steekt opnieuw Régine Crespin (Decca 460.973-2), Anne Sofie von Otter (DG 471.614-2 en Victoria de los Angeles (EMI 345.824-2) naar de kroon. Zie ook de Vergelijkende Discografieën van beide werken.

Alborada del gracioso is een mooi levendige, lucide toegift.