CD Recensies

RACHMANINOV: PIANOTRIO'S NR. 1 EN 2 E.A., ASHKENAZY

Rachmaninov: Pianotrio’s nr. 1 in g Trio élégiaque en 2 in d op. 9 Trio élégiaque; Vocalise op. 34/14 (bew.); De droom op. 38/5 (bew.). Vladimir Ashkenazy (p), Zsolt-Tihamér Visontay (v) en Mats Lidström (vc). Decca 478.5346 (69’20”). 2013

 

De beide pianotrio’s van Rachmaninov behoren tot zijn vroege werken. Ze dateren uit 1892 en 1893 en zijn in het totaal van zijn werken eerder boze zusjes dan Assepoesters. Natuurlijk ontbreekt het niet aan heel mooie, treffende passages, maar de structuren zijn wat merkwaardig en de stemmingen zijn te identiek.

Geen wonder waarschijnlijk want de schaduw van de dood valt over deze twee stukken in uitgesproken mineur.

Heel duidelijk over het bekende en betere tweede trio dat na de dood van Tchaikovsky werd geschreven. Daardoor was Rachmaninov diep getroffen. Het tweede trio staat hoorbaar in het krijt bij het eerste deel van Tchaikovsky’s trio.

Wel bezitten de pianopartijen al het vloeiende, geïnspireerde karakter van de latere Rachmaninov.

De pianopartijen worden door Ashkenazy vrijwel optimaal, dat wel zeggen volbloedig, genuanceerd en fraai gekleurd, gelukkig zonder enige overdrijving gespeeld, maar helaas tonen zijn partners zich duidelijk minder geëngageerd met hun nogal aardgebonden inbreng.

Dat maakt deze uitgave vooral interessant voor Ashkenazy bewonderaars. Wie het om evenwichtiger verklankingen gaat, kan beter terecht bij het Moskou’s Rachmaninov trio (Hyperion CDA 67178) en het trio Yung Wook Koo, Julia Sakharova en Margrét Arnadóttir (Tavros EPT 4516); van het eerste trio is nog een mooie versie van het Kempf trio (BIS CD 1302) en van het tweede van Boris Berezovsky, Dmitri Makhtin en Alexander Kniazev (Warner 2564-61937-2). De beide aanvullingen zijn wel de moeite waard.